Mondelinge vraag van de heer Jérémy Van Gorp en mevrouw Martine Maelschalck (MR-Open VLD): pestgedrag bij jongeren

Mijnheer de burgemeester,
Mevrouw de schepen,
De leerlingen van de gemeentescholen zijn het schooljaar begonnen met een volledig heringerichte speelplaats. Het doel, zoals in de pers meegedeeld, is enerzijds preventie van geweld en anderzijds meer groen in deze ruimten.
Ook al sta ik er volledig achter dat er meer groen in de recreatieruimten moet komen, toch heeft mijn vraag in de eerste plaats betrekking op de pesterijen en gewelddaden tussen jongeren.
Er bestaan verschillende vormen van pesterijen. Zo onder meer:
  • fysiek geweld zoals vechtpartijen, slagen, bedreigingen, uitsluiting, …
  • verbaal geweld van het type beledigingen, bedreigingen, verspreiden van geruchten, …
  • gewelddaden gepleegd via technologie zoals cyberpesten, happy slapping,…
In uw communicatie onderlijnt u dat, om dergelijke verschijnselen te voorkomen, de speelplaatsen van de gemeentescholen in verschillende zones verdeeld zijn: zone waar gespeeld wordt met bal, zone waar gespeeld wordt zonder bal, rustige zone, verboden zone… Alle educatieve teams en zij die instaan voor de buitenschoolse opvang hebben in dit verband een specifieke opleiding gekregen.
Mijn vragen luiden als volgt:
  • Welke zijn de grote richtlijnen die de educatieve teams en de buitenschoolse opvang desbetreffend gekregen hebben?
  • Beschikt u over cijfers aangaande het aantal gevallen per jaar en per school? Welke zijn het meest getroffen?
  • Welke doelstellingen wilt u bereiken met de invoering van deze nieuwe maatregelen?
  • Hoe gaat u de pesterijen aanpakken die zich afspelen buiten de speelplaats, zoals cyberpesten?
Antwoord van mevrouw Elise Willame, schepen
Ik dank u voor uw vraag waar u een naar mijn mening belangrijk onderwerp aanhaalt, namelijk pesten op school.
De educatieve teams, met inbegrip van de buitenschoolse opvang, hebben deelgenomen aan een opleiding door de heer MUGRABI, onze pedagogisch adviseur, naar aanleiding van het werk van de heer Bruno HUMBEECK (Universiteit van Bergen).
Laatstgenoemde wijst op de drie pijlers van preventie van pesten op school:
  • Herbekijken van de inrichting van de speelplaats. Deze pijler voorziet dat er gewerkt moet worden aan het wordt aan het kwaliteitsvol materiaal op de speelplaatsen en de leefregels. Er was het voorstel om de speelplaats te verdelen in 3 zones (zone met bal, zone zonder bal en rustige zone). Het idee achter deze zones is aan de kinderen een speelterrein te geven dat aangepast is aan hun noden van het moment en ervoor zorgen dat zij niet verveeld raken. Onze speelplaatsen zijn heringericht en elke school heeft kwaliteitsvol speelmateriaal en boeken gekregen.
  • Aan de kinderen een spreekruimte bieden. Op deze manier kunnen de kinderen gebeurtenissen die zij op school meemaken onder woorden brengen. Dit gebeurt door een leerkracht in samenwerking met een bijzondere deskundige. Deze werkwijze laat toe bepaalde situaties af te wenden en eventuele conflicten of pesterijen te vermijden.
  • De laatste pijler is de oprichting van een tuchtraad waar de directie zetelt en een onderwijsjury. De leerling die voor de tuchtraad moet verschijnen, mag vergezeld zijn van een volwassene die lid is van het pedagogisch team en in wie het kind vertrouwen stelt. Deze volwassene kan tussenkomen om de situatie uit te leggen die het kind ertoe gedreven heeft een bepaalde fout te begaan of een bepaald feit te plegen.
De tuchtraad spreekt een sanctie uit die meegedeeld wordt aan de ouders. De tuchtraad wordt benoemd bij de aanvang van het proces om dit voor het kind transparant te maken.
Het is de bedoeling het kind verantwoordelijkheidsbesef bij te brengen en het gedrag van het kind duurzaam te wijzigen.
De tuchtraden komen slechts in zeldzame gevallen bijeen.
Ik kan dan ook met zekerheid stellen dat de investering in de speelplaatsen en in de inrichting van onze schoollokalen toelaat en in de toekomst zal toelaten het risico op pesterijen te verminderen.
U vraagt mij hoeveel gevallen er per jaar en per school zijn. Ik moet u antwoorden dat er momenteel geen geregistreerde gevallen van pesterijen zijn. Het is dan ook niet mogelijk u statistieken te bezorgen.
Bovendien heeft de CECP (Raad voor het onderwijs van de gemeenten en provinciën) in het kader van de "Pacte d’excellence" en zijn pilootplannen, een soort "spiegel" ontworpen die het welzijn van de kinderen weerspiegelt. Deze gegevens zijn vertrouwelijk maar ze tonen ons aan dat onze scholen het goed stellen en dat de kinderen er kunnen openbloeien in een open en vriendelijk kader.
Uiteraard worden onze teams ook geconfronteerd met delicate situaties. Zodra een leerling te kennen geeft dat hij/zij moeite heeft met relaties en een lid van het educatieve team de eerste tekenen waarneemt van een moeilijke situatie, neemt de klastitularis contact op met de leerkracht die verantwoordelijk is voor het project tot preventie van pesterijen. In functie van de evaluatie van de situatie wordt het proces van de klassenraad opgestart.
Het kan gebeuren dat diezelfde leerkracht een individueel gesprek heeft met het kind. Soms wordt hierna doorverwezen naar het PMS-centrum van de school.
Terzelfder tijd is er werk gemaakt van erkenning van emoties vanaf de 3 de kleuterklas en de feedback is positief.
Er bestaan ook andere gemeentelijke tools ter bestrijding van pesterijen zoals ESPAS RICOCHET; dit is een dienst die leerlingen opvangt uit de lagere en middelbare scholen die tijdelijk of definitief van school gestuurd zijn. Verder zijn er de huiswerkscholen: deze scholen bevinden zich op verschillende strategische plaatsen van het grondgebied van de gemeente en zij vangen leerlingen op van de lagere en/of middelbare scholen van alle scholengroepen. In deze ruimten kunnen de kinderen vrijuit en ongedwongen spreken over hun leven op school. 
Wat cyberpesten betreft, organiseert de gemeente om de twee jaar bijeenkomsten/conferenties onder leiding van de verantwoordelijke inzake cybercriminaliteit bij de federale politie.
Wij werken ook nauw samen met het PMS-centrum en andere actoren zoals het centrum voor gezinsplanning van Oudergem die activiteiten organiseren in het 6 de leerjaar.
Ik kan ook al meedelen dat het team van het Scholencentrum Vorstlaan start met een proefproject onder de naam "Cyber Held". Er zullen activiteiten georganiseerd worden door een externe vzw vanaf het 3 de leerjaar.