- Belastingreglement voor verkooppunten van elektronische sigaretten, navulflessen en additieven
Belastingreglement voor verkooppunten van elektronische sigaretten, navulflessen en additieven
Artikel 1
Met ingang van 1 januari 2026 en tot en met 31 december 20231 wordt een openingsbelasting en een jaarlijkse belasting gevestigd op verkooppunten van elektronische sigaretten, navulflessen en additieven.
Artikel 2
Voor de toepassing van dit reglement wordt onder « verkooppunten van elektronische sigaretten, navulflessen en additieven » verstaan:
instellingen die hoofdzakelijk of bijkomstig de volgende producten op de markt aanbieden (niet-cumulatieve voorwaarden):
a) elektronische sigaret : een product dat gebruikt kan worden voor de consumptie van nicotine of cannabisderivaten (CBD) houdende damp via een mondstuk, of een onderdeel van dat product, waaronder een patroon, een reservoir en het apparaatje zonder patroon of reservoir.
b) navulverpakking : een recipiënt dat een vloeistof bevat die gebruikt kan worden voor het navullen van een elektronische sigaret;
c) additief : een stof die aan een elektronische sigaret of een navulverpakking, een verpakkingseenheid ervan of een buitenverpakking wordt toegevoegd.
Artikel 3
§1 openingsbelasting
Het belastingtarief van de openingsbelasting wordt vastgesteld op vijfduizend euro (€ 5.000) euro en is verschuldigd bij elke opening van een nieuwe verkoopspunt. De openingsbelasting is een eenmalige belasting.
§2 jaarlijkse belasting
Het jaarlijkse belastingtarief is vastgesteld op vijfentwintig euro (€ 25) per m² netto verkoopoppervlakte, met een minimum van drieduizend euro (€ 3.000) per vestiging. Onder nettoverkoopoppervlakte wordt verstaan: de voor de verkoop bestemde en voor het publiek toegankelijke oppervlakte, met inbegrip van de niet-overdekte oppervlakten; deze oppervlakte omvat met name de kassazones en de zones achter de kassa's.
§3 De openingsbelasting en de jaarlijkse belasting zijn verschuldigd voor het volledige kalenderjaar, ongeacht de stopzetting van de economische activiteit.
De jaarlijkse belasting begint te lopen het jaar volgend op de vestiging van de openingsbelasting, of bij ontstentenis vanaf de toepassing van dit belastingreglement.
Er wordt geen enkele vermindering of terugbetaling van de belasting toegestaan, om welke reden ook.
§4 Vanaf het belastingjaar 2027, worden de belastingtarieven elk belastingjaar aangepast aan de hand van de consumptieprijsindex die op de website van Stabel wordt gepubliceerd. Ze worden elk jaar op 1 januari aangepast aan de index van januari van het voorgaande jaar volgens de formule R x (i/I), waarbij:
- R = hierboven vastgestelde belastingtarieven
- i = index van de maand januari van het lopende jaar
- I = index van de maand januari van het afgelopen jaar (basis 2013 = 100)
De aangepaste belastingtarieven worden naar boven afgerond op twee decimalen.
§5 De belasting is verschuldigd door inkohiering.
Artikel 4
Winkels waarvan de hoofdactiviteit bestaat uit de verkoop van kranten, tijdschriften, loterijproducten en papierwaren zijn vrijgesteld.
Artikel 5
De belasting is solidair en ondeelbaar verschuldigd door:
- De uitbater van de fastfoodzaak;
- De onderneming waarmee hij een franchisecontract of enig gelijkaardig contract heeft gesloten dat het gebruik van het uithangbord koppelt aan het aanbieden van standaardproducten die ook in de andere gelijkaardige vestigingen worden geleverd;
- De eigenaar van het gebouw waarin de inrichting gevestigd is.
Artikel 6
Het Gemeentebestuur richt een aangifteformulier aan de belastingplichtige, dat hij, naar behoren ingevuld, gedateerd en ondertekend, moet terugsturen binnen een maand na de verzenddatum.
Belastingplichtige die geen aangifteformulier heeft ontvangen, moet er een aanvragen vóór 15 januari van het jaar dat volgt op het aanslagjaar.
De aangifte blijft geldig totdat deze wordt ingetrokken. Bij wijzigingen moet de belastingplichtige binnen tien dagen na de wijziging spontaan een nieuwe aangifte indienen.
Artikel 7
Bij gebrek aan aangifte binnen de bepaalde termijn of onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte door de belastingplichtige, wordt de belasting ambtshalve ingekohierd op basis van de gegevens waarover de gemeente beschikt.
Alvorens tot ambtshalve belastingheffing over te gaan, stelt het gemeentebestuur de belastingplichtige bij aangetekende brief in kennis van de redenen voor deze procedure, de elementen waarop de belasting wordt gebaseerd, de wijze waarop deze elementen worden bepaald en het bedrag van de belasting.
De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van de kennisgeving om zijn opmerkingen schriftelijk in te dienen. De belastingplichtige moet de juistheid van de door hem aangevoerde elementen bewijzen.
Het gemeentebestuur zal overgaan tot ambtshalve heffing op basis van de elementen waarop de inkohiering gevestigd is en die vooraf aan de belastingplichtige werden gemeld, indien de belastingplichtige na afloop van deze termijn geen opmerkingen heeft gemaakt die de annulering van deze procedure rechtvaardigen
De ambtshalve ingekohierde belastingen worden verhoogd als volgt:
- eerste ambtshalve inkohiering: 20% van het verschuldigde of geraamde verschuldigd recht;
- tweede ambtshalve inkohiering: 50 % van het verschuldigde of geraamde verschuldigd recht;
- vanaf de derde ambtshalve inkohiering: 100% van het verschuldigde of geraamde verschuldigd recht.
