Leven in Oudergem
Sneeuw of ijzel ?
Algemeen Politiereglement
Algemeen Politiereglement - Bijzondere bepalingen met betrekking tot de weersomstandigheden
Artikel 81.
§1. Met dode bladeren, sneeuw of ijzel bedekte trottoirs moeten volledig of over twee derde van hun breedte met een minimum van 1,50 meter, al naargelang de breedte van het trottoir, geruimd of slipvrij gemaakt worden om de veilige doorgang van voetgangers te bevorderen. De sneeuw moet op en aan de rand van het voetpad worden gelegd en mag niet op de rijweg worden gegooid. Als de plaatsgesteldheid het niet toelaat, wordt de sneeuw op de rand van de rijweg gelegd. De rioolkolken, straatgoten en zebrapaden moeten vrij blijven. Dit moet worden uitgevoerd door de in artikel 22 van dit reglement bedoelde personen die belast zijn met het onderhoud van de voetpaden.
§2. Het strooien van zand of gelijk welk ander product om sneeuw of ijs te doen smelten op de treden van buitentrappen, op voetpaden of op de openbare weg, ontheft de personen die daartoe overgaan niet van de in deze bepaling voorgeschreven verplichtingen.
Artikel 82.
IJspegels die zich vormen aan de hoger gelegen delen van gebouwen die over de openbare weg uitsteken, moeten worden verwijderd. Indien nodig wordt er een beroep gedaan op de brandweerdienst. Deze verplichting geldt voor de in artikel 22 van dit reglement bedoelde personen die belast zijn met het onderhoud van de voetpaden.
Artikel 83.
Het is op de openbare ruimte verboden om:
- bij vorst water te gieten of te laten vloeien;
- glijbanen aan te leggen;
- sneeuw of ijs, afkomstig uit privéeigendommen, op te hopen.
Artikel 84.
Het is verboden om zich op het ijs van kanalen, waterbekkens, vijvers en waterlopen te begeven, zonder toelating van de bevoegde overheid.
Iedere activiteit is er verboden zonder toelating.
Ook :
Hoe gaat een strooibeurt in zijn werk ?
Algemeen Politiereglement - Art. 22
§1. De doorgangen, trottoirs en bermen van al dan niet bewoonde gebouwen, alsook gevels, scheidingsmuurtjes, hekken, boomspiegels en bouwelementen die aan de openbare ruimte grenzen, moeten worden onderhouden en in goede staat worden gehouden.
Deze verplichting valt hoofdelijk ten laste van de eigenaar, de mede-eigenaar, iedere houder van een zakelijk recht op het gebouw, de huurder, de conciërge, de portier, de bewaker en de personen die belast zijn met het dagelijkse onderhoud van de gebouwen.
§2. Deze verplichting beoogt het behoud van de begaanbaarheid en de goede staat van de doorgangen, trottoirs en bermen, alsook de veiligheid van de voetgangers, onder andere door het verwijderen van bevuilende en/of gladde materialen en/of producten en de beheersing van de begroeiing overeenkomstig de gewestelijke wetgeving en artikel 48 van dit reglement. Goed onderhoud van trottoirs en bermen houdt ook in dat dode bladeren worden opgeraapt, alsook het borstelen en het onderhoud, overeenkomstig de geldende wetgeving, van besneeuwde of beijzelde trottoirs zodat deze slipvrij zijn.
§3. Voetpaden en bermen mogen enkel worden schoongemaakt op de tijdstippen van de dag die het meest aangewezen zijn om de veilige en vlotte doorgang en de openbare rust niet in het gedrang te brengen.
§4. Deze verplichting is niet van toepassing op de delen van de openbare ruimte waar men zand heeft gestrooid om de straatstenen te verstevigen.