Heer burgemeester,

Het ABVV heeft over de weerslag van de hervorming van de inschakelings- of wachtuitkeringen contact genomen met alle burgemeesters en voorzitters van de Brusselse OCMW's.
De federale regering heeft immers beslist de toekenning van die uitkeringen tot drie jaar te beperken. In dat schrijven wordt benadrukt dat deze maatregel zal toegepast worden, ongeacht een positieve beoordeling in het kader van de controle van de beschikbaarheid of opleidingsinspanningen.
Het ABVV schat dat 55.000 personen van deze steunvoorzieningen zullen uitgesloten worden.
Sindsdien legt de RVA andere cijfers voor, maar dit zijn cijfers per 1 januari 2015 die geen rekening houden met het aantal uitsluitingen na 1 januari.
En zelfs als bepaalde personen menen dat «slechts de helft van die uitgeslotenen » bij het OCMW zal komen aankloppen om aanvullende hulp of een leefloon te vragen, dan nog wordt het door het ABVV vooropgestelde aantal fundamenteel niet in vraag gesteld.
Het schat zo op meer dan 5500 het aantal toekomstige uitsluitingen voor het Brusselse gewest en heeft u een brief met de precieze cijfers voor Oudergem gestuurd
Heer burgemeester,
Kunt u ons zeggen op hoeveel het aantal Oudergemnaren geschat wordt dat zo zijn rechten zal verliezen?
Op hoeveel schat u de gevolgen van deze uitsluitingen voor onze gemeente, zowel uit het oogpunt van de rechtstreekse (aantal bijkomende uitkeringsgerechtigden) als de onrechtstreekse belasting (meerwerk omwille van die nieuwe aanvragen)? Is er daarover al overleg gepleegd tussen de gemeente en het OCMW om op de gevolgen van de instroom van die uitgeslotenen vooruit te grijpen?
Het ABVV nodigt u overigens uit om u in te zetten om de intrekking te vragen van die maatregel die, behalve alle sociale drama's die hij zal teweegbrengen, de gemeentelijke begrotingen nog zwaarder zal belasten. Welk gevolg hebt u in naam van onze gemeente aan dit verzoek gegeven?
Ik dank u voor uw antwoorden.

• Burgemeester Didier Gosuin neemt het woord.

Na het nieuwe vluchtspreidingsplan, weer eens enkele maatregelen die slinks genomen werden: men ontlast de federale begroting ten nadele van de gemeenten en de OCMW's. Het is de erkenning van een mislukking: als jongeren na 310 dagen werkloosheid uitgesloten worden wanneer zij geen werk gevonden hebben, wat hebben de bemiddelingsorganen dan tijdens die 310 dagen wel gedaan?

Deze stigmatisering van de werkzoekenden is onaanvaardbaar. Het is geen blijk van goed beleid het probleem gewoon te verschuiven en zo de werkloosheidcijfers te doen dalen, te meer nog dat het merendeel van de betrokkenen geen kwalificatie heeft. Dit gebrek aan kwalificatie is op zichzelf al een mislukking van het onderwijs en de mensen worden zo een 2 ^de keer bestraft door ze van de werkloosheid uit te sluiten.

Ik heb mij ertoe verbonden op 10 maart in Sint-Gillis samen met het ABVV erbij te zijn om aan de overheid een protestsignaal te sturen.

• De Voorzitter van het OCMW, de heer Christophe Magdalijns, neemt het woord.

De cijfers van het ABVV

Indien men voortgaat op de cijfers van het ABVV, zouden er omwille van de hervorming van de werkloosheiduitkeringen in het Brusselse gewest meer dan 5.500 begunstigden van een inschakelinguitkering uitgesloten worden. Die hervorming voorziet, over en boven de bestaande activering, het einde van de toekenning van de inschakelinguitkeringen na 36 maanden (zie hierboven). Voor Oudergem en de ABVV-leden, wordt het aantal uitsluitingen geschat op 49, waaronder men 14 gezinshoofden zou tellen, 11 alleenstaanden en 24 samenwonenden.

De door het ABVV voorgelegde cijfers zijn beperkt en zijn niet gestaafd, want het zou de gemeentelijke overheid willen ontmoeten om ze nader te verklaren. Op grond van de in dit stadium geleverde inlichtingen is de totale weerslag van de beperking van de toekenning van een inschakelinguitkering voor Oudergem moeilijk te schatten. Dat is ook het geval betreffende de controlemaatregelen op jongeren die een startbaanstage volgen.

Per eind 2013 vermeldden de statistieken van de RVA te Brussel 15.922 personen die recht hebben op inschakelinguitkeringen. Het gemiddelde voor 2013 bedroeg 16.368. Rekening houdende met de 5.500 door het ABVV voorspelde uitsluitingen, zou het percentage uitsluitingen van personen die een inschakelinguitkering ontvangen rond de 33,6% bedragen.

Anderzijds bedroeg in 2013 het aantal jongeren met wachtuitkeringen gemiddeld 6.494. Dat betekent dat het aantal begunstigden van inschakelinguitkeringen van jongeren wachtend op die uitkeringen (of een baan) in 2013 samen 22.862 bedroeg.

In Oudergem waren er in 2013 gemiddeld 208 personen die recht hadden op een inschakelinguitkering, d.w.z. 1,27% van het Brusselse totaal. Eenvoudige extrapolatie zou het aantal personen dat van de inschakelinguitkering  uitgesloten wordt voor onze gemeente op 70 leggen. Niet al die mensen zouden zich zeker tot het OCMW wenden, want dit laatste levert slechts een resthulp.

Laat ons in eerste instantie een theoretisch maximale veronderstelling bekijken: het OCMW van Oudergem zal 70 personen moeten opvangen die een leefloon vragen, voortgaand op het aandeel van 20% gezinshoofden (20), 22% alleenstaanden (15) en 49% samenwonenden (35).

De maandelijkse belasting zou dan bedragen:

* Rekening houdende met de terugbetaling van 50 tot 60% van de leefloonbedragen door de federale overheid (FOD Maatschappelijke integratie).

Laat ons in de tweede plaats de veronderstelling bekijken dat de helft van de uitgeslotenen gedwongen zou zijn een beroep te doen op een leefloon. Ook dan nog heeft die veronderstelling een zware weerslag.

Dit zou de netto belasting op +/- 11.500 euro per maand of 138.000 euro per jaar brengen. Rekening houdende met de huidige toestand zou de instroom van 35 bijkomende leefloondossiers geen aanwerving van bijkomend personeel voor het OCMW vereisen.

Hoewel deze belasting financieel zwaar is maar beheersbaar blijft in termen van meerwerk voor Oudergem,  wat kondigt er zich dan aan voor de centrale gemeenten en het noordwesten van het Brusselse gewest? Voor die laatste is het potentieel een maatschappelijke tijdbom.

Dit leidt eveneens tot een onaanvaardbare toestand: men kan van de plaatselijke overheid niet verlangen bij te dragen tot de vermindering van het overheidstekort en haar tegelijk dergelijke zware nieuwe lasten opleggen.

Uittreksel uit het register van de notulen van de Gemeenteraad (27.02.2014)