Motie tegen geweld en discriminatie ten aanzien van vrouwen en de erkenning van feminicide

Gelet op het Verdrag van de Raad van Europa inzake het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld van 11 mei 2011, bekend als het 'Verdrag van Istanbul', dat op 14 maart 2016 door België werd bekrachtigd, en de bijbehorende verbintenissen;
Gelet op artikel 10, derde lid van de Belgische Grondwet dat aan de gelijkheid tussen vrouwen en mannen is gewijd;
Gelet op artikel 11bis van de Belgische Grondwet dat voor vrouwen en mannen de gelijke uitoefening van hun rechten en vrijheden waarborgt;
Gelet op het nationale actieplan ter bestrijding van alle vormen van gendergerelateerd geweld 2015-2019;
Gelet op de gemeenschappelijke omzendbrief van de minister van Justitie en het college van procureurs-generaal betreffende het strafrechtelijk beleid inzake partnergeweld, 'omzendbrief nultolerantie' genaamd van 1 maart 2006, zoals herzien in 2015;
Gelet op het op 3 december 2019 door mevrouw Sophie ROHONYI en de heer François DE SMET ingediende wetsvoorstel om feminicide in het Strafwetboek op te nemen;
Overwegende dat, ondanks de afgekondigde gelijkheid tussen vrouwen en mannen, geweld tegenover vrouwen vandaag volgens de VN 'één van de meest verspreide, aanhoudende en verwoestende schendingen van mensenrechten in de wereld is', dit geweld verschillende vormen kan aannemen: psychologisch, economisch, fysiek, seksueel (met inbegrip van partnergeweld), enz.
Overwegende dat slachtoffers van intrafamiliaal en seksueel geweld doorgaans vrouwen zijn. Dat vrouwen van alle leeftijden, in de openbare ruimte, bovendien nog vaak af te rekenen krijgen met zowel seksistische opmerkingen als daden van geweld of seksuele intimidatie;
Overwegende dat België er niet aan ontsnapt en dat uit cijfers die het ministerie van Justitie voor 2017 heeft gepubliceerd blijkt dat de politie 20.581 meldingen van fysiek geweld 'binnen het koppel' zou hebben geregistreerd, wat neerkomt op 56 klachten per dag.
Dat het platform 'Ecoute violences conjugales' in 2018 in Franstalig België meer dan 9.000 oproepen heeft behandeld en het meestal vrouwen zijn die bellen. Dat in 2018 het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest 3.796 gevallen van partnergeweld geregistreerd, wat het hoogste cijfer in de voorbije 5 jaar is.  Dat het platform 'stopfeminicide.blogspot.be', op basis van een opvolging in de pers, 37 feminicides in 2018 en 24 in 2019 heeft geteld;
Overwegende dat er in België gemiddeld 7 klachten wegens verkrachting per dag zijn, wat neerkomt op meer dan 2.500 gevallen per jaar, en dat naar schatting slechts 10% van de slachtoffers een klacht indient bij de politie;
Dat in België 1 vrouw op 4 tijdens haar leven slachtoffer van een verkrachting zal worden;
Overwegende dat deze cijfers in werkelijkheid veel hoger liggen omdat niet alle gevallen van geweld tegenover vrouwen zich in de officiële Belgische statistieken bevinden door een zwakke overdraagbaarheid van dit soort van geweldplegingen (weinig officiële klachten). Dat volgens het openbaar ministerie 50% van de feiten van intrafamiliaal geweld niet bij de politie worden aangegeven.
Overwegende dat België een van de zes Europese landen is die geen enkele officiële en volledige gegevens verstrekken over de omvang en de aard van de geweldplegingen tegenover vrouwen en onder meer over de feminiciden, terwijl het om een door het Verdrag van Istanbul opgelegde verplichting gaat;
Overwegende dat feminicide wordt gedefinieerd als 'de moord op één of meer vrouwen of meisjes vanwege hun vrouwelijke status'. Dat het de uitdrukking van geweld tegen vrouwen op haar hoogtepunt is;
Overwegende dat hoewel de meeste moorden niet noodzakelijk gendergerelateerd zijn, er toch wordt vastgesteld dat de meeste vermoorde vrouwen zijn gedood gewoon omdat ze vrouwen zijn. Dat duizenden vrouwen over de hele wereld jaarlijks het slachtoffer van feminicide zijn, of het nu om eremoord, partnergeweld, intrafamiliaal geweld of moorden gaat;
Overwegende dat feminicide nog steeds niet als dusdanig in het Strafwetboek wordt erkend;
Dat deze erkenning het mogelijk zou maken om dit ernstig sociaal uit de onzichtbaarheid te halen;
Overwegende dat de verplichtingen die uit het Verdrag van Istanbul voortvloeien zijn opgedeeld in 4 pijlers: geïntegreerd beleid, preventie, bescherming en ondersteuning en vervolging;
Overwegende dat een multidisciplinaire benadering op basis van de inzet van de vaardigheden en de ervaring van alle actoren uit de juridische wereld en de medische, psychologische en sociale kringen ten grondslag aan de invoering van doeltreffende maatregelen moet liggen. Dat om de strijd tegen huiselijk geweld aan te binden er een integrale en geïntegreerde aanpak nodig is, evenals een goede samenwerking tussen de politie en het parket enerzijds en de hulpdiensten anderzijds;
Overwegende dat, zoals in de tekst van het Verdrag van Istanbul wordt benadrukt, een efficiënte strijd niet om het causale verband tussen enerzijds een zogenaamde patriarchale samenleving en de daaruit voortvloeiende ongelijkheden tussen mannen en vrouwen en anderzijds het geweld tegen vrouwen heen kan. Dat deze vaststelling om een echte maatschappelijke verandering gaat;
Overwegende dat het nationale actieplan (NAP) 2015-2019 tegen gendergerelateerd geweld dat de federale staat, de Gemeenschappen en de Gewesten verbindt, nog niet werd vernieuwd en geen gedetailleerde beschrijving bevatte van de voor de uitvoering van het plan toegekende middelen;
Overwegende de noodzaak om de acties van de verschillende bevoegdheidsniveaus in België te coördineren om het huiselijke geweld en feminicide doeltreffend te bestrijden;
Overwegende dat de gemeente Oudergem aan de toepassing van het Verdrag van Istanbul moet deelnemen;
Overwegende dat 8 maart de internationale vrouwendag is en 25 november de internationale dag tegen geweld op vrouwen en het nodig is om die dagen een duidelijk signaal te geven;
BESLIST DE GEMEENTERAAD VAN OUDERGEM OM:
de motie aan te nemen waardoor de gemeente Oudergem bij de strijd tegen geweld en discriminatie tegen vrouwen wordt betrokken en feminicide erkent;
het Europees charter voor de gelijkheid tussen vrouwen en mannen in het lokale leven te ondertekenen;
het krachtige besluit te nemen om op het gemeentelijke grondgebied de strijd aan te binden tegen geweld en discriminatie tegen vrouwen;
Ook al heeft de gemeente Oudergem al diverse maatregelen genomen ter bestrijding van het geweld tegen vrouwen, waaronder:
  • CEMPA, de educatieve cel van het preventiehuis van Oudergem, schenkt aandacht aan de problematiek en begeleidt en/of verwijst naar de ad-hoccellen. Alle opvoeders hebben bovendien een opleiding over slachtofferbejegening gevolgd.
  • De slachtoffers kunnen zich in alle vertrouwen tot alle verenigingen wenden die actief zijn op het vlak van de begeleiding van slachtoffers van huiselijk geweld, waaronder CAFRA.
  • Aan de rand van het Zoniënwoud bevinden zich (in de mate van de beschikbaarheid) woningen voor vrouwen met of zonder kinderen die slachtoffer van huishoudelijk geweld zijn.
Maar wij willen nog verder gaan in deze strijd en stellen dus voor om:
samen met het college van de politiezone aan het college te vragen om:
  • een voorbeeld te worden op het gebied van preventie en bestrijding van geweld tegen vrouwen door onder meer aan de gemeenteraad een toepassingsplan voor te leggen van de overeenkomst van Istanbul op plaatselijk niveau;
  • evenementen (tentoonstellingen, debatten, colloquia, …) in verband met dit thema te promoten op de culturele plaatsen, in de scholen, in de kinderdagverblijven, bij de administratie of op de drukke plaatsen van de gemeente;
  • een werkgroep op te richten om tijdens deze zittingsperiode een concreet actieplan uit te werken en uit te voeren, volgens de menselijke en financiële middelen die ter beschikking worden gesteld. Deze werkgroep zal de samenwerking van de gemeente met alle partners uit de openbare en privésector en het maatschappelijke middenveld mogelijk maken, om een grotere gelijkheid van vrouwen en mannen in alle facetten van het leven op het grondgebied te bevorderen en om alle vormen van geweld tegen vrouwen te bestrijden. Deze werkgroep zal kunnen worden opgenomen in het jaarverslag van de administratie, dat aan de gemeenteraad wordt voorgelegd tijdens de voorstelling van de begroting, concrete en meetbare acties uiteraard inzake genderbudgetting, maar ook inzake stedenbouw, aangepaste openbare verlichting, de strijd tegen intimidatie en seksueel geweld in de openbare ruimte en in sportkringen, inzake sensibilisering en opleiding van agenten en onder meer wijkagenten omtrent alle tekenen van geweld, ongeacht of dit tegenover een of meerdere vrouwen is, sensibiliseringsacties bij onze jongste doelgroepen (in de scholen, de jeugdhuizen, de sportclubs, enz.), via de ondersteuning van de structuren en verenigingen die vrouwenrechten verdedigen, enz.
Deze acties kunnen meerdere vormen aannemen:
  • sensibiliseringscampagnes in de scholen in het kader van onderricht over het leven, relationele, affectieve en seksuele voorlichting van de leerlingen rond geweld tegenover vrouwen;
  • de vergroting van de zichtbaarheid van alle initiatieven die op lokaal niveau tot stand worden gebracht (CEMPA, centra voor gezinsplanning, OCMW, ...);
  • de voortzetting van symbolische acties op 25 november ter ondersteuning van de slachtoffers in Brussel, België en wereldwijd, zoals de oranje verlichting in het cultureel centrum en de vertoning van de film 'Fried Green Tomatoes' ter ondersteuning van het project 'Orange the World' van de Verenigde Naties op 25 november 2019 en het halfstok hangen van de gemeentevlag;
  • de voortzetting van de jaarlijkse acties in maart met als thema de vrouwenrechten om het publiek bewust te maken van de rol van de vrouw in de maatschappij door vrouwen die een stempel op onze geschiedenis hebben gedrukt in de kijker te plaatsen, zoals het project 'Conviva' dat de portretten (in beelden en woorden) van Oudergemse vrouwen van verschillende nationaliteiten toont in de lokettenzaal in maart 2020, vergezeld van een workshop rond 'women empowerment' op 8 maart 2020;
  • de zichtbaarheid van alle op lokaal niveau tot stand gebrachte initiatieven te vergroten;
  • de banden tussen andere gemeenten te versterken om gemeenschappelijke projecten uit te werken om dit geweld aan te pakken en te voorkomen;
  • de banden met het Gewest en andere potentiële geldschieters aan te halen om projecten ter preventie van dit geweld te subsidiëren;
aan de raad voor maatschappelijk welzijn te vragen om in zijn jaarverslag de acties en de concrete maatregelen te vermelden die de raad neemt om het Verdrag van Istanbul toe te passen;
aan de politieraad te vragen om te werken aan de toepassing van het Verdrag van Istanbul in onze politiezone, te zorgen voor de sensibilisering van onze politieagenten over de strijd tegen geweld tegen vrouwen, onder meer om de registratie van klachten aanzienlijk te doen toenemen en een gesystematiseerd overzicht van gekwantificeerde en uitgesplitste informatie en gegevens over gendergeweld op te stellen om op lokaal niveau een betrouwbare statistische databank aan te leggen;
in overeenstemming met de gewestelijke beleidsverklaring aan de Brusselse Hoofdstedelijke Regering te vragen om:
  • mee te werken aan de opstelling van een globaal plan ter bestrijding van geweld tegen vrouwen, in samenwerking met de federale en gefedereerde overheden en in overleg met de verenigingen die actief zijn binnen dit domein;
  • de statistische gegevens over geweld tegen vrouwen bij alle betrokken partijen te verzamelen en te publiceren;
  • in overleg met de federale staat in elke politiezone gelijkaardige initiatieven, zoals het opvangcentrum '320, Hoogstraat', te ontwikkelen;
  • de opvang van slachtoffers van huiselijk geweld te verbeteren en het aantal vluchthuizen voor vrouwen uit te breiden;
  • gevolg te geven aan de vaststellingen die werden opgetekend in het advies van 28 maart 2019 van het Parlement van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest over de gelijkheid tussen vrouwen en mannen in de openbare ruimte en de aanbevelingen met betrekking tot het gewestelijke beleid (BWRO, gerechtelijke procedures, inrichting en beheer van de openbare ruimte, cybergeweld en cyberseksisme) uit te voeren;
het federaal parlement uit te nodigen om:
  • de debatten over de erkenning van feminicide voor te zetten en in een globaal kader ter bestrijding van geweld tegen vrouwen op te nemen;
  • snel een ambitieus juridisch arsenaal ter bestrijding van geweld tegen vrouwen aan te nemen, zoals de middelen die in Spanje zijn ontwikkeld;
aan de federale regering te vragen om:
  • de middelen van de multidisciplinaire centra die op dit gebied actief zijn te bestendigen en uit te breiden, om aan de behoeften te voldoen en deze centra te generaliseren, rekening houdend met hun goede resultaten wat betreft het indienen van klachten;
  • haar beleid ter bestrijding van gendergerelateerd geweld voor te zetten via de opstelling van een nieuw nationaal actieplan (NAP) 2020-2024 dat de federale staat, de Gemeenschappen en de Gewesten verbindt en dat steunt op een globale visie en een geïntegreerde en gebudgetteerde aanpak;
  • in de eerste plaats de strijd tegen vrouwengeweld op te nemen in de volgende kadernota Integrale Veiligheid, evenals in het volgende nationaal veiligheidsplan, door er bijkomende middelen aan te koppelen;  
De gemeenteraad vraagt aan het college van burgemeester en schepenen om deze motie over te maken aan het federale parlement, het Brusselse gewestelijke parlement, het Vlaamse parlement, het parlement van de Federatie van Wallonië-Brussel, de eerste minister, de minister van Justitie, de Brusselse minister-president, de Brusselse staatssecretaris voor Gelijke Kansen, de minister-president van de Federatie Wallonië-Brussel, de minister voor Vrouwenrechten, het college en de politieraad van de zone Ukkel/Watermaal-Bosvoorde/Oudergem.