Mondelinge vraag van mevrouw Christine Bogaert (DéFI) over de sanering van de site Royale Belge/AXA

Mijnheer de voorzitter,
Geachte burgemeester,
Dames en heren schepenen,
Geachte collega's,
De toekomst van de site en het gebouw Royale Belge/AXA, hoewel gelegen in Watermaal-Bosvoorde, belangt ons aan. We kunnen dit architectonisch kunstwerk bewonderen en onze bewoners genieten al meer dan 50 jaar van de prachtige groene ruimte waarin het gebouw gelegen is. Onlangs liep er een openbaar onderzoek in verband met de reconversie ervan.
Heel wat inwoners hebben deelgenomen aan een informatiesessie die de nieuwe eigenaar heeft georganiseerd.
De fractie Liste du Bourgmestre-DéFI wenst het geheel te behouden en op duurzame wijze te laten renoveren, maar het ingediende project schrapt de mogelijkheden voor het publiek om toegang te hebben tot de weg langs de vijver en de oude zijtak van de Woluwe langs Tenreuken.
De overlegcommissie is bijeengekomen met deelneming van vertegenwoordigers van Oudergem.
Ik vraag het college om ons te informeren over
  • de inhoud van het project en de in de omgeving ervan geplande voorzieningen;
  • de standpunten en beslissingen van de overlegcommissie.
Ik dank u.
Christine Bogaert
Gemeenteraadslid
Antwoord van de heer Alain Lefebvre, schepen:
Verschillende kantoorgebouwen die in de jaren 1960 in Brussel werden opgericht, hebben uitzonderlijke architecturale kwaliteiten. De nieuwe economische orde wordt gedomineerd door de dienstensector. Ondernemingen doen een beroep op de beste architecten om gebouwen te ontwerpen waarvan de esthetiek de weergave moet zijn van de economische kracht van de sector en zijn specifieke functie. Deze nieuwe typologie moet worden geassocieerd met moderniteit als een factor van welzijn en vertrouwen in de toekomst.
Aldus is het gebouw van de Royale Belge een unieke getuige van deze nieuwe architecturale benadering. Het hoofdkantoor van deze verzekeringsmaatschappij werd van 1967 tot 1970 gebouwd volgens de plannen van architecten René Stapels en Pierre Dufau.
Dit gebouw valt op in het landschap.
De regering heeft er bewust voor gekozen een procedure van inschrijving op de bewaarlijst maar geen beschermingsprocedure in te leiden. Deze maatregel maakt een flexibeler beheer van het onroerend goed mogelijk om zijn herbestemming en re-integratie in het huidige economische circuit te bevorderen.
Het project voorziet in:
  • de herinrichting van kantoor- en co-workingruimten (20.835 m²),
  • de oprichting van een sport-/fitnessclub (4.382 m²),
  • de bouw van een hotel met 212 kamers, met congrescentrum (500 plaatsen) en restaurantgedeelte (13.957 m²),
  • de bouw van een zwembad met een lengte van 25 meter en een peuterbad in open lucht,
  • de renovatie van de gevels (wijziging van de beglazing en versterking van het geraamte van cortenstaal aan de binnenzijde),
  • de inrichting van de omgeving, met inbegrip van het kappen van 37 bomen en de aanleg van paaiplaatsen langs de vijver, de installatie van nieuwe verlichting en nieuwe omheiningen,
  • het behoud van de ondergrondse parking met 443 plaatsen, met 14 plaatsen voor PBM, en de creatie van 280 plaatsen voor fietsen op de begane grond;
  • de installatie van 600 fotovoltaïsche panelen en meer dan 5.000 m² groene daken.
Het project is van 15/04/2021 tot 14/05/2021 aan een openbaar onderzoek onderworpen.
Voor de ontwikkeling van de omgeving is een uitgebreide milieu- en landschapsstudie uitgevoerd, die door iedereen werd toegejuicht omdat het de bedoeling was de site in zijn oorspronkelijk concept te herstellen na vele jaren van gebrek aan onderhoud en onverstandige ingrepen die tot een verlies aan biodiversiteit hadden geleid. We hebben echter vastgesteld dat het publiek geen toegang kreeg tot het pad langs de vijver aan de kant van Tenreuken, ondanks het feit dat het gebruik ervan was toegestaan sinds het gebouw was opgetrokken. Bovendien waren er geen voorzieningen getroffen om het voetgangersverkeer op Tenreuken te verbeteren. Er is geen trottoir aangelegd langs het eigendom "Royale Belge", hoewel aan die kant auto's parkeren en het trottoir langs het Tenreukenpark veel smaller is dan de normen voorschrijven.
Het college van burgemeester en schepenen van Oudergem heeft op 1 juni 2021 een gunstig advies verleend onder de volgende voorwaarden:
  • handhaving en instandhouding van de toegang voor het publiek tot het pad langs Tenreuken, aan de noordelijke rand van de grote vijver;
  • herstel en onderhoud van de kleine gracht, overblijfsel van de Woluwe, op de site aan de kant Tenreuken;
  • aanleg van een comfortabel trottoir (ten minste in overeenstemming met de GSV) langs de site aan de kant Tenreuken.
Ik heb hierover contact opgenomen met de aanvrager van de vergunning. Op 1 juni werd een vergadering gehouden in aanwezigheid van de gemeente Watermaal-Bosvoorde en Leefmilieu Brussel. Ik heb er onze zaak verdedigd met de volgende argumenten:
  • deze toegang is historisch;
  • het project voorziet in de restauratie van het pad;
  • het pad biedt uitzicht op het gebouw zoals dit door de ontwerpers is bedacht, zoals de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen heeft opgemerkt;
  • het gebrek aan organisatie van het voetgangersverkeer op Tenreuken;
  • de bescherming van de oevers van de grote vijver kan worden verzekerd door een passende afbakening of omheining;
  • het risico dat er een spontaan pad ontstaat zo er niet wordt voorzien in deze toegang.
Bij die gelegenheid vernam ik dat Leefmilieu Brussel een groene voetgangers- en fietserswandeling over Tenreuken plant. De schetsen moeten met Watermaal-Bosvoorde worden besproken. Ik heb gevraagd om Oudergem erbij te betrekken.
De overlegcommissie is op dinsdag 8 juni bijeengekomen.
De gemeente Oudergem heeft als enige een advies uitgebracht met het verzoek om toegang tot het pad langs de grote vijver. De positie van Watermaal-Bosvoorde is in dit opzicht voor mij onbegrijpelijk. Ze is uitsluitend gebaseerd op milieubescherming en houdt geen rekening met de behoeften van voetgangers en wandelaars.
Daar de herontwikkeling van Tenreuken afhankelijk is van de gemeente, werden er bovendien geen belastingen geheven in het kader van het project "Royale Belge". Natuurlijk zijn er wel stedenbouwkundige lasten en ik hoop dat Watermaal-Bosvoorde die zal gebruiken om dit project uit te voeren. In dit verband was ik verbaasd dat het Gewest en Watermaal-Bosvoorde op eigen initiatief het bedrag van deze lasten hebben verlaagd tot € 1,2 miljoen, terwijl ze waren aangekondigd op € 1,8 miljoen; deze vermindering met 1/3de is weliswaar toegestaan als gevolg van het feit dat het gebouw op de bewaarlijst werd geplaatst, maar werd niet expliciet gevraagd!