Mondelinge vraag van de heer Michel Blampain (DéFI) over het fietssnelwegproject "F204" van het Vlaams Gewest

Mijnheer de voorzitter,
Mijnheer de burgemeester,
Dames en heren schepenen,
Geachte collega's,
Op 16 januari heb ik via de pers vernomen dat de werkzaamheden voor de fietssnelweg "F204", gepland in het kader van het programma "Werken aan de Ring", langs de E411 in 2023 zouden beginnen en eind 2024 of in de eerste maanden van 2025 klaar zouden zijn, en dat er een dialoog met het Brussels Gewest gaande is over het tracé van het fietspad. 
Ik kan alleen maar mijn verbazing over dit project uitspreken, dat een totale abstractie lijkt te maken van het ontwerp van richtplan van aanleg Herrmann-Debroux. Het geplande fietspad zou namelijk ten zuiden van de autosnelwegas komen te liggen, waarbij een rijstrook bij de uitgang van de stad wordt geschrapt, waardoor de autodruk in de wijken van Oudergem nog zou toenemen, terwijl het RPA Herrmann-Debroux voorziet in een fietspad ten noorden van de as.
Ik heb ook de indruk dat een deel van het project van het Vlaams Gewest zich op een Brusselse gewestweg op het grondgebied van de gemeente Oudergem situeert.
Het lijkt mij dan ook noodzakelijk dat beide projecten met elkaar in gesprek gaan en dat de gemeente Oudergem bij de besprekingen wordt betrokken, gezien de mogelijke gevolgen voor haar grondgebied.
Vandaar dat ik de volgende vragen heb:
  1. Werd de gemeente Oudergem over dit project geraadpleegd?
  2. Zo ja, wat was uw standpunt? Zo niet, wat is uw standpunt vandaag?
  3. Welke acties kan de gemeente Oudergem ondernemen om het project "F204" en het ontwerp van RPA Herrmann-Debroux te proberen verzoenen?
  4. Werden er mobiliteitsstudies uitgevoerd om de mogelijke gevolgen van het project "F204" voor de gemeente Oudergem te onderzoeken?
Ik dank u.
Michel Blampain
Gemeenteraadslid
Antwoord van mevrouw Sophie de Vos, schepen, en de heer Alain Lefebvre, schepen:
Geachte heer gemeenteraadslid,
Het college deelt uw verbazing over deze aankondiging van een ontwikkeling die als een voldongen en gepland feit wordt voorgesteld.
Het klopt dat het project van het Vlaams Gewest (onder leiding van De Werkvennootschap), indien het wordt uitgevoerd, eerst door Brussel Mobiliteit moet worden goedgekeurd en moet worden voorafgegaan door een aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning die voor advies wordt voorgelegd aan de gemeente Oudergem en ter goedkeuring wordt voorgelegd aan het Brussels Gewest. Allemaal stappen die nog niet werden ondernomen.
We kennen het project van het Vlaams Gewest en tijdens verschillende vergaderingen is gebleken dat de continuïteit van de fietsinfrastructuur over de gewestgrenzen heen kan worden gewaarborgd ... op voorwaarde dat overeenstemming wordt bereikt over een goede organisatie en planning.
De fietsinfrastructuren kunnen op elkaar aansluiten onder het viaduct van Drie Fonteinen. Deze fietsinfrastructuur wordt ingeschakeld in en verbetert het mobiliteitsaanbod met de rand van Oudergem. We zijn hier voorstander van, aangezien het huidige fietspad niet erg aangenaam is en zelfs bijzonder onaangenaam is bij het oversteken van de Ring.
We hebben tot nu toe nog geen "uitgetekend" project gezien. Er werden alleen schema's voorgesteld.
Er werden geen overtuigende mobiliteitsstudies verstrekt. De aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning zal vergezeld moeten zijn van een effectenrapport waarin de gevolgen voor de mobiliteit worden onderzocht.
Oudergem heeft van bij het begin van de contacten te kennen gegeven dat de geplande aanleg tegelijk met de aanleg van de stadsboulevard tussen het Leonardkruispunt en het viaduct van Drie Fonteinen moet worden uitgevoerd en dus binnen een doordacht en globaal kader dient te gebeuren, maar niet door eenvoudigweg een rijstrook te schrappen. Het is uitgesloten dat we de capaciteit om de stad via de E411-as te verlaten in gevaar zouden brengen en tegelijk de capaciteit om de stad binnen te komen op het huidige hoge peil handhaven.
Op 23 juni jongstleden nam het college het initiatief om zijn standpunt officieel mee te delen aan De Werkvennootschap, de Vlaamse minister van Mobiliteit, de Brusselse minister van Mobiliteit en de minister-president van het Brussels Gewest, met het verzoek om nauw overleg te blijven voeren met de Brusselse gewestelijke overheden en de gemeente Oudergem.
Van de gewestministers hebben we geen enkel antwoord gekregen en De Werkvennootschap zet haar project voort zonder rekening te houden met ons standpunt. Noch vandaag, noch morgen kunnen we akkoord gaan met een capaciteit om de stad te verlaten die zou leiden tot verkeerscongestie in onze wijken. Dit werd op 19 januari 2021 in herinnering gebracht aan de minister-president die belast is met de opstelling van het RPA Delta Herrmann-Debroux. De projectverantwoordelijken zijn op de hoogte. We zullen zeer zeker de belangen van de Oudergemnaren verdedigen tijdens de procedures die nog moeten worden doorlopen voordat dit project van start kan gaan.