Mondelinge vraag van de heer Jérémy Van Gorp en mevrouw Martine Maelschalck (MR-Open VLD) over de "trottoirbelasting"

Mijnheer de voorzitter,
Mijnheer de burgemeester,
Geachte collega's,
Na de stemming in de gemeenteraad over de werken die voor een aantal voetpaden in de gemeente gepland moeten worden, werd in een artikel in "La Capitale" (1 oktober 2019) melding gemaakt van de belasting die inwoners van Oudergem moeten betalen om bij te dragen aan de uitgevoerde werken.
We willen graag meer informatie over die belasting:
  1. Kunt u nog even toelichten wat het principe van de belasting is? Wat de geldigheidsduur ervan is? Hoeveel die precies bedraagt?
  2. Wie die moet betalen en in welke omstandigheden?
  3. Welke garantie is er dat deze belasting eerlijk is, met andere woorden dat alle eigenaars één keer (niet twee keer, niet nul keer) betalen voor de herstelling van hun voetpad?
  4. Waarom een extra belasting invoeren?
Ik dank u.
Jérémy Van Gorp en Martine Maelschalck, gemeenteraadsleden voor MR-Open VLD
  • Antwoord van de heer Didier Gosuin, burgemeester
Het gaat in geen geval om een nieuwe extra belasting. Deze belasting heeft haar oorsprong in een reglement van 1998 betreffende de weguitrustingen. De bedoeling was om de terugvordering mogelijk te maken van de kosten die door de gemeente zijn gemaakt, bij de al dan niet aangrenzende eigendommen, gelegen langsheen openbare wegen of delen van openbare wegen waar grondwerken, bestratingswerken, boordsteenwerken worden uitgevoerd of een weguitrusting wordt aangelegd, van om het even welke aard, of een water-, elektriciteits- of gasdistributienet wordt aangelegd of uitgebreid. Het belastingtarief werd vastgesteld op 75% van het bedrag van de terugvorderbare uitgaven, verminderd met eventuele subsidies en vermeerderd met de interesten. De duur van de terugbetaling was gelijk aan de looptijd van de lening die de gemeente was aangegaan. In het geval de gemeente de lening niet zou gebruiken, werd de duur van de terugbetaling op eenvormige wijze vastgesteld op 20 jaar.
In 2001 werd de trottoirbelasting in het leven geroepen, zoals die vandaag wordt toegepast. Die belasting is bedoeld om een deel van de kosten terug te vorderen die de gemeente heeft gemaakt voor de vernieuwingswerken aan voetpaden of delen van voetpaden en hun boordstenen. Deze belasting wordt geheven op de eigendommen gelegen langs deze voetpaden of delen van voetpaden, of eigendommen die daardoor worden aangedaan. 
De aanslagvoet van de belasting is vastgesteld op 10% van de prijs van de werken. Dit percentage is sinds de invoering van de belasting niet meer gewijzigd. De belasting is verschuldigd in één betaling, op 1 januari volgend op de oplevering van de werken. De belastingplichtige die aantoont dat het voor hem of haar moeilijk is om het verschuldigde belastingbedrag in één keer te betalen, kan gebruikmaken van de betalingsfaciliteiten.
De belasting op elke eigendom wordt berekend op basis van de oppervlakte van het voetpad dat aan de eigendom van de belastingplichtige grenst of de eigendom aandoet. 
Wanneer meerdere eigendommen door eenzelfde voetpadgedeelte worden aangedaan, is de belasting proportioneel verschuldigd volgens de grondslag qua eigendom van iedere belastingplichtige eigenaar.
De landmeter controleert de identiteit van alle eigenaars in het kadasterregister. Als de gegevens in het kadaster niet juist zijn omdat er een verkoop heeft plaatsgevonden, brengt de burger de belastingdienst daarvan op de hoogte, die de belasting als "oninbaar" aanmerkt en de belasting opnieuw inkohiert voor de nieuwe eigenaars wier identiteit door de vroegere eigenaars wordt doorgegeven. In 2018 ging het om 13 dossiers. Mijn bestuur heeft geen dubbele inkohiering voor deze belasting opgemerkt en heeft weet van slechts één bezwaar op 251 artikelen in 2018. In 2018 ingekohierd bedrag: 53.620,02.
Ter informatie geeft ik mee dat Oudergem niet de enige Brusselse gemeente is die een trottoirbelasting toepast. Zo'n trottoirbelasting wordt ook toegepast in Anderlecht (gelijk aan 100%, ieder jaar, aan de aanhoudende annuïteit, die de terug te vorderen uitgaven in 5 jaar aflost), Brussel-Stad (50% van de uitgaven), Jette (8% van het totale bedrag van de werken), Schaarbeek (de kosten worden vastgesteld op basis van de prijs van de laatste aanbesteding van de overeenkomstige werken), Ukkel (op kosten van de gemeente wanneer de raad beslist om over te gaan tot de globale vernieuwing van de voetpaden, anders op kosten van de eigenaar) en Sint-Lambrechts-Woluwe (op kosten van de eigenaar). Bovendien geniet Oudergem geen subsidies of kan de gemeente geen gebruikmaken van wijkcontracten om de werken te financieren, in tegenstelling tot sommige andere gemeenten die de trottoirbelasting toepassen (Anderlecht, Brussel-Stad, Jette).