Mondelinge vraag van de heer Matthieu Pillois (DéFI) over de gevolgen van de hervorming van het schoolritme in de Federatie Wallonië-Brussel

Mijnheer de voorzitter,
Geachte burgemeester,
Dames en heren schepenen,
Geachte collega's,
De regering van de Federatie Wallonië-Brussel heeft op 12 mei een oriënteringsnota goedgekeurd die de schoolkalender voor het leerplichtonderwijs (kleuteronderwijs, lager onderwijs en secundair onderwijs) volledig herziet door de zomervakantie in te korten en een beter evenwicht in te voeren tussen leer- en rustperiodes. In het ontwerp worden perioden van 7 weken les afgewisseld met 2 weken vakantie. De herfst- en voorjaarsvakantie worden dus met één week verlengd, in principe vanaf september 2022.
Hoewel mijn partij, DéFI, al vele jaren pleit voor een reorganisatie van het schoolritme, roept het ontwerp dat momenteel op tafel ligt, heel wat vragen op omdat noch Vlaanderen noch de Duitstalige Gemeenschap te kennen heeft gegeven ook snel deze richting te willen inslaan. Hetzelfde geldt voor het hoger onderwijs in de Federatie Wallonië-Brussel. Deze desynchronisatie van de kalenders zal problemen veroorzaken voor ouders die kinderen hebben in het Franstalige en het Nederlandstalige onderwijs, of in het leerplichtonderwijs en het hoger onderwijs. Er zijn ook problemen ook voor leerkrachten die bijvoorbeeld lesgeven in het secundair en het hoger onderwijs.
Deze vrees is des te groter in het Brusselse Gewest, waar Nederlandstalig en Franstalig onderwijs naast elkaar bestaan. Stelt u zich een Brussels gezin voor met één kind in het Nederlandstalige en één in het Franstalige onderwijs. Als de hervorming niet gelijkvormig wordt gemaakt, zou dit gezin gewoonweg niet meer op hetzelfde moment vakantie hebben.
Ik zou ook uw aandacht willen vestigen op de bijzondere situatie van de immersiescholen, waarvan er één in de gemeente is gevestigd. Deze scholen ondervinden reeds ernstige moeilijkheden om Nederlandstalige leerkrachten aan te werven en te behouden. Indien de hervorming van de schoolritmes niet gelijkvormig wordt gemaakt, vrees ik, en ik ben niet de enige, dat dit zal leiden tot een nog grotere onttrekking van Nederlandstalige leerkrachten aan het immersieonderwijs in de Franse Gemeenschap en de facto een negatieve impact zal hebben op onze school in Oudergem.
Mijn vragen luiden dus als volgt:
  • Werd het college vóór en/of na de beslissing geraadpleegd over de hervorming van het schoolritme? Zo ja, wat was zijn standpunt? Zo neen, wat is dan het standpunt van het college ten aanzien van deze hervorming en de gevolgen ervan voor ons gemeentelijk onderwijs?
  • Als de gemeente niet is geraadpleegd, is het college dan van plan een raadpleging van de directies van de scholen en van de ouderverenigingen te organiseren om eventuele bezorgdheden uit het veld onder de aandacht van de Regering van de Federatie Wallonië-Brussel te brengen?
Ik dank u voor uw antwoorden.
Matthieu Pillois
Gemeenteraadslid
Antwoord van mevrouw Élise Willame, Schepen:
Beste heer Pillois,
Dank u voor uw vraag, die de aandacht vestigt op de belangrijke kwestie van de aanpassing van de schoolritmes zoals wij die vandaag kennen. 
Zoals u weet, is het hoofddoel van deze hervorming de fysiologische behoeften van kinderen beter te respecteren, schooluitval te bestrijden en te trachten de sociale ongelijkheden die in het onderwijs voortdurend worden gereproduceerd, te verminderen.
De openbare school voor allen werd in de 19e eeuw bedacht en beantwoordde aan de behoeften en vereisten van die tijd.  Het was dan wel gepast om jongeren vrij te geven tijdens de zomer om op het land te kunnen meehelpen, maar we kunnen ons afvragen of dat vandaag ook nog zo is, zeker in het licht van universitaire studies over het geheugen of het grote aantal leerlingen voor wie de grote vakantie synoniem is voor kinderopvang, verveling en onevenredig veel schermtijd.
We moeten beseffen dat deze hervorming, waartoe de aanzet is gegeven in het kader van het pact voor uitmuntendheid in het onderwijs, breed wordt gesteund door de Ligue des familles, de algemeen afgevaardigde voor de rechten van het kind en het ONE. 
Hoewel wij deze aanpassing van het schoolritme kunnen toejuichen, zal deze hervorming reële gevolgen hebben. 
Naast de gevolgen voor de organisatie van het schooljaar zal deze hervorming ook een aanzienlijke invloed hebben op de organisatie van de vakantiecentra, aangezien zij zullen moeten voldoen aan de vraag van ouders en kinderen in verband met de twee extra weken voor de lente- en herfstvakantie. Om een kwaliteitsvolle dienstverlening te kunnen aanbieden, heeft de sector ook minister Bénédicte LINARD, vicevoorzitter en minister van Cultuur, Media, Kinderopvang, Gezondheid en Vrouwenrechten, gevraagd om het bedrag van de afgesloten begroting voor de vakantiecentra te verhogen en zo meer middelen ter beschikking te stellen. 
Wat de raadpleging betreft, heeft het college zich nog niet over deze kwestie gebogen, om de eenvoudige reden dat, afgezien van de aankondigingen die minister Désir in de pers heeft gedaan, nog geen enkele officiële handeling van de Federatie Wallonië-Brussel is gesteld.
De onderhandelingen in het kader van een dergelijke hervorming vinden niet plaats in een rechtstreekse lijn met de inrichtende machten, maar met hun vertegenwoordigers, namelijk, in het geval van het gemeentelijk basisonderwijs, de CECP.  In dit verband zijn wij nog niet door deze vertegenwoordigende instantie benaderd.
Wat het effect op onze schoolcentra betreft, zijn wij van mening dat dit zou moeten worden gemeten.  Het is zeker zo dat wij de organisatie van onze lesroosters en het aanbod van buitenschoolse activiteiten een beetje zullen moeten herzien.
Wat de organisatie van onze stages en vakantiespeelpleinen betreft, zal de verlenging van de lente- en herfstvakantie waarschijnlijk een financiële weerslag hebben, met name via de subsidies die door het ONE worden toegekend. Op verzoek van minister Bénédicte Linard werden wij door Brulocalis geraadpleegd om een overzicht te krijgen van de kosten van de vakantiespeelpleinen die door de actoren van het ATL (accueil temps libre) worden georganiseerd. Deze hervorming kan ook gevolgen hebben voor de beschikbaarheid van onze monitoren, waarvan de meesten student zijn in het hoger onderwijs. 
Een ander probleem dat u in uw vraag noemt, is de kloof die ons land blijft verdelen tussen de gemeenschappen.  Wat onze scholen betreft, verwachten wij nog meer moeilijkheden om Nederlandstalige leerkrachten aan te trekken voor ons immersie-onderwijs in het schoolcentrum Le Pré des Agneaux.  In dit verband wijzen we er wel op dat het de dienst Onderwijs, in samenwerking met de schooldirectie, de laatste jaren niet aan verbeeldingskracht en inspanningen heeft ontbroken om een uiterst nijpend tekort (op zijn zachtst gezegd) op te vangen.
Wat tot slot het overleg met de actoren op het terrein betreft, is het onze gewoonte er voortdurend op toe te zien dat wij in een goede verstandhouding samenwerken met onze directies van de scholen, de buitenschoolse activiteiten en onze pedagogische en educatieve teams, en steeds rekening te houden met de verzoeken en behoeften van de gezinnen van de leerlingen.
Hartelijk bedankt voor uw aandacht.