Belasting-Reglement voor het gebruik van de openbaar ruimte
Artikel 1
Er wordt, vanaf 1 januari 2026 tot en met 31 december 2032, een belasting gevestigd op elk privatief gebruik van de openbare ruimte, onder welke vorm ook, bovengronds, ondergronds of op de grond, onder meer door diverse materialen van bouwwerken, afbraakwerken, heropbouw of verbouwingen van gebouwenalsook door containers van om het even welk type.
Onder openbare ruimte wordt verstaan :
- elke weg die openstaat voor het verkeer van het publiek in het algemeen, zelfs indien de grond een privé-eigendom is en ongeacht de uiterlijke verschijningsvorm;
- de parken, openbare tuinen, pleinen en speelterreinen die zonder onderscheid voor iedereen toegankelijk zijn.
Artikel 2 – Berekening van de belastbare oppervlakte
§1 Onverminderd de toepassing van paragraaf 4, wordt voor alle privatieve bezettingen andere dan die bedoeld in de paragrafen 2 en 3, de belastbare oppervlakte berekend op basis van de minimale rechthoeken waarin de bezette oppervlakte op de grond kan worden ingeschreven, voor elk van de tarieven vermeld in artikel 4.
Voor de berekening van de oppervlakte wordt elke fractie van een vierkante meter als een volledige eenheid beschouwd.
§2 Voor de tijdelijke afsluitingen van de weg wordt de belasting forfaitair per sluitingsdag berekend. Elk begonnen uur wordt als een volledige dag aangerekend.
§3 Onverminderd de toepassing van paragraaf 4, wordt voor de stellingen waarvan de steunpunten op de openbare ruimte rusten, rekening gehouden met de lengte vermenigvuldigd met de breedte van de installatie.
§4 De belastbare oppervlakte wordt berekend op basis van de gegevens vermeld in het formulier dat bij de vergunning tot bezetting van de openbare ruimte is gevoegd, of op basis van de plannen die door de aanvrager van de vergunning zijn ingediend, of op basis van de vaststellingen van een vaststellend ambtenaar aangewezen door het College van Burgemeester en Schepenen.
In geval van vaststelling van een privatieve bezetting van het voetpad zonder vrije doorgang van een minimale breedte van 1,5 meter, wordt de belasting berekend op basis van de volledige breedte van het voetpad.
Artikel 3 - Berekening van de bezettingsduur
§1 Onverminderd de toepassing van de leden 2, 3 en 4 is de belasting verschuldigd vanaf de datum van gebruik van de openbare ruimte tot het moment waarop de ruimten worden teruggebracht in de toestand waarin zij zich vóór de bezetting bevonden.
De belasting is verschuldigd, ongeacht of de plaatsgebruiker al dan niet in het bezit is van een vergunning voor het gebruik van de openbare ruimte van de wegbeheerder, ongeacht of hij al dan niet aan de voorwaarden voldoet en ongeacht of hij al dan niet legaal de gehele of een deel van de openbare ruimte gebruikt.
§2 Voor de berekening van de belasting wordt elk begonnen uur als een volledige dag gerekend.
Tenzij uitdrukkelijk anders vermeld in het formulier dat bij de vergunning voor het gebruik van de openbare ruimte is gevoegd, wordt de belasting berekend van maandag tot en met zondag.
§3 De duur van de belastbare privébezetting wordt berekend op basis van de gegevens in het formulier dat bij de vergunning voor bezetting van de openbare ruimte is gevoegd of op basis van de vaststellingen van een door het college van burgemeester en schepenen aangewezen ambtenaar.
§4 In geval van zonder vergunning geplaatste parkeerverbodsborden wordt voor de berekening van de belasting gerekend met de op de borden vermelde datums, waarbij de privébezetting als continu wordt beschouwd. Indien op de zonder vergunning geplaatste borden geen datum is vermeld, wordt de belasting berekend over een ononderbroken periode tussen de opgestelde rapporten.
Artikel 4 – Belastingtarieven
§1 Voor alle privatieve bezettingen andere dan die bedoeld in paragraaf 2 wordt het belastingtarief als volgt vastgesteld: twee euro (2 €) per vierkante meter bezetting van de openbare ruimte per dag.
Dit tarief wordt verhoogd tot vier euro (4 €) per vierkante meter bezetting van de openbare ruimte per dag voor elke begonnen oppervlakte van de openbare weg waarvan de bezetting plaatsvindt zonder vergunning van de betrokken beheerder van de openbare ruimte of zonder naleving van de door deze beheerder opgelegde voorwaarden.
Het minimumbedrag van de belasting mag niet lager zijn dan vijfenzeventig euro (75 €).
§2 – Tijdelijke wegafsluiting
Het belastingtarief wordt als volgt vastgesteld: vijfhonderd euro (500 €) per dag indien de afsluiting is toegestaan en duizend euro (1000 €) per dag in geval van afwezigheid van vergunning of niet-naleving van de in de vergunning vastgestelde voorwaarden.
§3 Vanaf het belastingjaar 2027, worden de belastingtarieven elk belastingjaar aangepast aan de hand van de consumptieprijsindex die op de website van Stabel wordt gepubliceerd. Ze worden elk jaar op 1 januari aangepast aan de index van januari van het voorgaande jaar volgens de formule R x (i/I), waarbij:
- R = hierboven vastgestelde belastingtarieven
- i = index van de maand januari van het lopende jaar
- I = index van de maand januari van het afgelopen jaar (basis 2013 = 100)
De aangepaste belastingtarieven worden naar boven afgerond op twee decimalen.
Artikel 5 – Belastingplichtigen
De belasting is hoofdelijk verschuldigd door de aanvrager van de vergunning, de bezetter, de bouwheer door wie de handelingen en werken die de bezetting vereisen worden uitgevoerd, de hoofdaannemer die de handelingen en werken die de bezetting vereisen uitvoert, en door de eigenaar van het gebouw of van het perceel waarop de werken plaatsvinden.
Artikel 6 – Vrijstellingen
Zijn vrijgesteld van de betaling van de belasting:
- de tijdelijke bezettingen van de openbare ruimte naar aanleiding van de bouw en heropbouw van gebouwen of delen van gebouwen van de gemeente;
- de tijdelijke bezettingen van de openbare ruimte door de beheerders van gas- en elektriciteitsnetten en door de telecommunicatieoperatoren;
- de bezettingen die goedgekeurd worden via een overeenkomst afgesloten met de Gemeente.
Artikel 7
De aldus vastgestelde belasting is onafhankelijk van de vergoeding voor de eventuele herstelling van het wegdek naar aanleiding van de bezetting van de openbare ruimte.
Artikel 8
De betaling van de belasting brengt voor de gemeente geen enkele bijzondere verplichting tot toezicht met zich mee. De privatieve bezetting van de openbare ruimte gebeurt op risico en onder de verantwoordelijkheid van de houder van de vergunning. De belasting is verschuldigd zonder dat de bezetter daaruit enig recht op een onherroepelijke concessie of op een erfdienstbaarheid op het openbaar domein kan afleiden, maar integendeel onder de verplichting om het toegekende gebruik te verwijderen of te beperken bij de eerste aanmaning van de overheid en zonder dat hij uit dien hoofde aanspraak kan maken op enige vergoeding.
Artikel 9
De onderhavige belasting zal worden geïnd bij kohier en zal betaalbaar zijn binnen de twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.
