Belasting-Reglement voor het gebruik van de openbaar ruimte

Artikel 1

Er  wordt vanaf 1 januari 2020 en tot 31 december 2025, een belasting geheven voor elk privaat gebruik  van de openbare ruimte   onder  gelijk   welke   vorm, gelijkgronds,  ondergronds of  bovengronds onder meer door materialen van allerlei aard,  ter gelegenheid van constructie, afbraak, herconstructie of transformatie van gebouwen ofwel ter gelegenheid van tuinwerken, containers van alle modellen, terrassen van inrichtingen, stoelen, tafels, banken, wanden, hekken, enz.

Onder « openbare ruimte » wordt verstaan:

  1. elke weg die openstaat voor het verkeer van het publiek in het algemeen, zelfs indien de grond privé-eigendom is en ongeacht zijn uiterlijk voorkomen;
  2. de parken, openbare tuinen, pleinen en speelpleinen.

 

Artikel 2

De belasting wordt berekend op basis van de rechthoeken van de kleinste oppervlakte van  de gehele bezette oppervlakte verondersteld te omvatten  en dit voor alle aanslagvoeten, vermeld in artikel 3.

Voor  het berekenen van de oppervlakte wordt elk deel van  een vierkante meter voor één eenheid gerekend.

 

Artikel 3

De aanslagvoet van de belasting wordt als volgt vastgesteld:

1,5 euro  per bezette vierkante meter van de openbare ruimte per dag. Voor het gebruik dat en continu langer dan een maand duurt, uitgezonderd werven en werken, wordt het bedrag van de belasting vastgesteld op tien euro per jaar en per bezette vierkante meter.

De aanslagvoet van de belasting wordt verdubbeld voor elk gebruikte oppervlak van de openbare weg waarvan de bezetting plaats heeft zonder toelating van de beheerder van de openbare weg of zonder de voorwaarden geuit door de beheerder in zijn toelating te respecteren.

Het minimum belasting bedrag mag niet kleiner zijn dan 50€.

 

Artikel 4

 

Alle bezetting van de openbare ruimte is onderworpen aan een toelating van de Burgemeester. Een aanvraag van toelating, met vermelding van alle nodige elementen voor de berekening van de belasting moet schriftelijk ingediend worden, ter attentie van de Dienst Belastingen van de Gemeente, ten laatste 8 werkdagen voor het begin van de periode van bezetting op straffe van weigering van de toelating.

Zodra deze toelating is ingediend, zal deze geen wijzigingen meer mogen ondergaan. Ze zal wel een of meerdere verlengingen mogen ondergaan. Een aanvraag van verlenging moet schriftelijk ingediend worden, ter attentie van de Dienst Belastingen van de Gemeente, ten laatste 2 werkdagen voor de vervaldag van de vorige toelating.

De overhandigde toelating en haar verlengingen moet voorgesteld worden op gewone aanvraag van de beëdigde gemeentelijke agenten die controles mogen uitvoeren of van de politie.

 

Artikel 5

De  belasting  is verschuldigd vanaf de datum van het  gebruik van  de  openbare ruimte tot het moment van de teruggave van de plaatsen in hun staat van voor de bezetting.
De belasting is verschuldigd door de bezetter in het bezit of niet van een toelating voor de bezetting van de openbaar ruimte door de beheerder , dat de voorwaarden respecteert of niet en dat hij wettelijk of niet alles of een deel van de openbaar ruimte bezet.

 

Artikel 6

De  aldus vastgestelde belasting is onafhankelijk van de vergoeding  voor de eventuele herstelling van het plaveien ingevolge de bezetting.

 

Artikel 7

De belasting is hoofdelijk verschuldigd door de aanvrager van de toelating, de bezetter, de bouwmeester door wie de akten en werken worden uitgevoerd waarvoor de bezetting is aangevraagd, de principale ondernemer dat de akten en werken uitvoert waarvoor de bezetting is aangevraagd.  

 

Artikel 8

De  betaling  van deze belasting brengt voor de gemeente  geen enkele  speciale toezichtstaak mee. 
Het privaat gebruik van  het openbaar ruimte gebeurt op eigen risico van de begunstigde van de machtiging en onder zijn verantwoordelijkheid.

De  belasting is verschuldigd zonder dat de betrokkene kan  aanspraak  maken op enig onherroepelijk recht van concessie noch van erfdienstbaarheid  op  het  openbaar domein, doch integendeel  de  plicht heeft bij het eerste verzoek van de overheid het toegestaan gebruik op te heffen of te beperken en zonder daarom aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding.

 

Artikel 9

Zijn  vrijgesteld van de betaling :

  • de tijdelijke  ingebruikneming van de openbaar ruimte ter gelegenheid van
    de  oprichting en heroprichting van gebouwen of gedeelten  van gebouwen  van de gemeente;
  • de tijdelijke  ingebruikneming van de openbaar ruimte door gas-en elektriciteitsnetbeheerders en door operatoren van het openbaar telecommunicatienet ;
  • de ingebruikneming georganiseerd door concessie afgesloten met de gemeente.

 

Artikel 10

Deze belasting is ingekohierd en betaald binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

Artikel 11

Het belastingreglement op het plaatsen van materialen op de openbare weg of tijdelijke bezetting van de openbare weg en het belasting-reglement voor het gebruik van het gemeentelijk openbaar domein zijn ingetrokken en vervangt door het heden Reglement vanaf de 1 ste januari 2020.

 

Artikel 12

Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van de ordonnantie betreffende de vestiging, de invordering en de geschillen inzake gemeentebelastingen, zijn van toepassing op de gemeentebelastingen de bepalingen van titel VII, hoofdstukken 1, 3, 4, 6 tot en met 8 van het Wetboek van Inkomstenbelastingen, artikelen 126 tot en met 175 van het uitvoeringsbesluit van dat Wetboek voor zover ze niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen, alsook het Wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet fiscale schuldvorderingen, met uitzondering van de artikelen 43 tot en met 48, van toepassing op dit belastingreglement voor zover ze niet specifiek de in dit Wetboek bepaalde  fiscale schuldvorderingen  betreffen.