Gemeenteraad - Huishoudelijk reglement - Wijzigingen - Bijkomend punt ingeleid door mevrouw Vanessa Rigodanzo (PS)

Gelet op artikel 97 van de nieuwe gemeentewet;
Gelet op het schrijven van 3 april 2018 van de minister-president van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
Gelet op de onderstaande wijzigingen zoals voorgesteld door mevrouw Vanessa Rigodanzo, PS-gemeenteraadslid:
Artikel 37
Elk gemeenteraadslid mag steeds en wegens spoedeisendheid een punt op de agenda plaatsen dat aanvankelijk niet op de agenda stond.  Spoedeisendheid wordt begrepen als de gevallen waarbij de minste vertraging gevaar kan doen ontstaan.
Alleen de gemeenteraad is bevoegd om zich uit te spreken over de realiteit van de aangevoerde spoedeisendheid. 
De gemeenteraad verklaart bij aanvang van de vergadering en met ten minste twee derde van de aanwezige leden van de gemeenteraad, van wie de namen worden opgenomen in de notulen van de vergadering, dat er sprake is van spoedeisendheid.
Wanneer het aantal aanwezige gemeenteraadsleden geen veelvoud is van drie, is er reden om, met het oog op de vaststelling van de twee derde, het resultaat van het delen door drie, gevolgd door de vermenigvuldiging met twee, af te ronden tot de hogere eenheid.
Gelet op het amendement, ingediend door de heer Didier Molders, dat tot doel heeft de initiële tekst volledig te vervangen, als volgt gerechtvaardigd:
Uit de praktijk van onze raad blijkt dat de spoedeisendheid zelden wordt ingeroepen en dat, wanneer dat wel gebeurt, het bijna altijd het college is dat daartoe het initiatief neemt.
Het is belangrijk te voorzien in de mogelijkheid een punt bij spoedeisendheid voor te stellen onder zodanige voorwaarden dat ook de oppositie er gebruik van kan maken.
De gemeenteraad stemt bij handopsteking over het amendement; het resultaat is het volgende:
  • 27 stemmen voor
  • 2 stemmen tegen (mevrouw Martine Maelschalck en de heer Jeremy Van Gorp)
  • 2 onthoudingen (mevrouw Vanessa Rigodanzo en mevrouw Nathalie Wyns)
De gemeenteraad neemt het amendement aan.
De gemeenteraad beslist om artikel 37 van zijn huishoudelijk reglement als volgt te wijzigen.
Artikel 37
Een punt dat niet op de agenda van de vergadering van de gemeenteraad voorkomt, mag niet in bespreking worden gebracht, behalve in spoedeisende gevallen wanneer het geringste uitstel gevaar zou kunnen opleveren.
Elk gemeenteraadslid mag vragen om een punt bij spoedeisendheid op de agenda van de raad te plaatsen voor zover zijn verzoek wordt gesteund door ten minste drie andere gemeenteraadsleden en wordt geformuleerd bij aanvang van de zitting.
Bij afwijking van artikel 7.a. mogen de nota met toelichting bij het punt en zijn spoedeisendheid alsook de vermelding van de eventuele uitgave, die moeten worden gevoegd bij elk punt dat niet op de agenda staat, ten laatste tijdens de voormiddag van de dag voorafgaand aan de vergadering van de gemeenteraad naar de voorzitter en de secretaris worden verstuurd.
Er wordt bij aanvang van de vergadering en door ten minste twee derde van de aanwezige leden van de gemeenteraad, van wie de namen worden opgenomen in de notulen van de vergadering, verklaard dat er sprake is van spoedeisendheid.
Wanneer het aantal aanwezige gemeenteraadsleden geen veelvoud is van drie, is er reden om, met het oog op de vaststelling van de twee derde, het resultaat van het delen door drie, gevolgd door de vermenigvuldiging met twee, af te ronden tot de hogere eenheid.
Deze beraadslaging wordt verzonden naar de minister-president van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, belast met Plaatselijke Besturen.

Mevrouw Vanessa Rigodanzo (PS) motiveert haar onthouding
Het door de meerderheid ingediende amendement beperkt de rechten van elk gemeenteraadslid om in hoogdringende omstandigheden een bijkomend punt voor de agenda van de gemeenteraad in te dienen.
De oorspronkelijk voorgestelde wijziging is bedoeld om eraan te herinneren dat elk gemeenteraadslid kan vragen om bij hoogdringendheid een punt aan de agenda van de gemeenteraad toe te voegen.
Het enige doel van die wijziging was om de nieuwe gemeenteraadsleden eraan te herinneren en te informeren dat ieder gemeenteraadslid die mogelijkheid heeft en dus niet alleen het college, zoals verkeerdelijk door de meerderheid werd verklaard en eerder werd toegepast.
Door evenwel te eisen dat de indiening van een punt bij hoogdringendheid "door ten minste drie andere gemeenteraadsleden wordt gesteund", voegt de meerderheid een filter toe en worden de rechten van de gemeenteraadsleden de facto beperkt, terwijl artikel 97 van de nieuwe gemeentewet niet in een dergelijke beperking voorziet.
In dit geval is deze beperking niet problematisch voor de meerderheidsraadsleden (de groep Défi heeft 19 gemeenteraadsleden en de groep Ecolo-Groen heeft er 8), maar wel voor de oppositieraadsleden (de MR heeft 2 gemeenteraadsleden en de PS en Liste Citoyenne hebben er elk 1). Het door de meerderheid aangenomen amendement houdt in dat elk gemeenteraadslid van de oppositie verplicht de goedkeuring van gemeenteraadsleden van andere politieke partijen moet krijgen.
Een oppositieraadslid moet dan eigenlijk het akkoord van alle oppositieraadsleden krijgen om bij hoogdringendheid een bijkomend punt in te dienen. Elke oppositiepartij zal dus het akkoord van de andere twee oppositiepartijen of de steun van bepaalde meerderheidsraadsleden moeten verkrijgen om bij hoogdringendheid een bijkomend agendapunt in te dienen. Daardoor wordt het vermogen om democratische oppositie te voeren aanzienlijk verzwakt.
Bij afwezigheid van een van de gemeenteraadsleden van de oppositie kunnen de andere drie aanwezige oppositieraadsleden bovendien bij hoogdringendheid geen bijkomend punt indienen, aangezien ze het akkoord van ten minste drie andere gemeenteraadsleden moeten bekomen.
Het is immers ondenkbaar dat de meerderheidspartijen hun steun zouden toezeggen voor de indiening van een bijkomend punt bij hoogdringendheid door een gemeenteraadslid van de oppositie.
Gezien de samenstelling van de gemeenteraad (4 oppositieraadsleden van drie verschillende politieke partijen) lijkt het ons dat het amendement werd aangenomen met als enig doel de rechten van de oppositieraadsleden te beperken.
Dit is een antidemocratische maatregel, die in tegenspraak is met de toezeggingen van de nieuwe meerderheid om te streven naar een beter bestuur, meer transparantie en burgerparticipatie.

Mevrouw Nathalie Wyns (Liste Citoyenne 1160) motiveert haar onthouding
Als nieuw gemeenteraadslid was ik bijzonder geschokt en teleurgesteld over de houding en de keuze van de meerderheid ten aanzien van het door Didier Molders voorgestelde amendement.
Gelet op artikel 97 van de nieuwe gemeentewet;
Gelet op het schrijven van 3 april 2018 van de minister-president van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
Stelde mevrouw Vanessa Rigodanzo enkele wijzigingen van artikel 37 voor.
Ze heeft dit punt ingediend binnen de door het HR voorgeschreven en voorziene termijn, waarna het punt werd opgenomen in de agenda van de gemeenteraad van 13 december 2018.
Hoewel de vraag uitging van een oppositieraadslid had de zittende meerderheid, in de persoon van Didier Molders, ironisch genoeg het idee opgevat om een amendement op hetzelfde artikel in te dienen, dat deels luidt als volgt:
Elk gemeenteraadslid kan vragen om een punt bij hoogdringendheid op de agenda van de raad te laten zetten als die vraag door ten minste drie andere gemeenteraadsleden wordt gesteund en bij aanvang van de zitting wordt aangegeven.
Hoewel we rekening moeten houden met heel wat beperkingen voor onze schriftelijke of mondelinge vragen en onze vragen om een dossier in te kijken, veroorlooft de meerderheid zich zomaar om dit amendement op te stellen zonder ons daarvan op de hoogte te tellen en om ons daarover te informeren via een kopie die op ons bureau voor de gemeenteraad wordt neergelegd, zonder ons de tijd te geven om dit te onderzoeken en dit met onze teams en met de oppositieleden te bespreken.
Er werd overgegaan tot een stemming.
Ondanks het verzoek om de stemming over dit punt uit te stellen, wil ik u eraan herinneren dat het ging om een punt dat op vraag van de oppositie op de agenda was gezet,
Ondanks het verhitte debat tussen de leiders, voorgesteld door de voorzitter van de raad, de heer Magdalijns (de heer Gosuin, verhinderd burgemeester, mengde zich eveneens in de discussie - er moet nog worden nagegaan of hij daar het recht toe had ...)
Ondanks het feit dat de zittende meerderheid met dit manoeuvre geen enkel respect ten aanzien van de 4 gemeenteraadsleden heeft getoond
Vermits ik mij niet in deze destructieve tactiek, die tot doel heeft de oppositie het zwijgen op te leggen, kan vinden, kon ik niet anders dan mij van de stemming onthouden.
Dit past niet bij een democratie, die de eerste waarde zou moeten zijn die de gemeenteraad verdedigt.
Ik durf te hopen dat dergelijke toestanden zich de komende zes jaar niet meer zullen voordoen.