Mondelinge vraag van mevrouw Carinne Lenoir (DéFI) over de vaccinatie van het personeel uit de kinderverzorging en de buitenschoolse opvang

Mijnheer de voorzitter,
Mijnheer de burgemeester,
Geachte leden van het college,
De vaccinatie is volop aan de gang, maar kan nooit snel genoeg verlopen.  Ik zou graag willen weten welke stappen de gemeente heeft ondernomen om de kinderopvangsector te ondersteunen inzake vaccinatie. Zoals bekend hebben onze kinderverzorgsters en buitenschoolse opvoedsters sinds het begin van de crisis nog nooit zo in de frontlinie gestaan.
De kinderverzorgsters hebben nauw contact met de kinderen door ze te dragen, eten te geven, te verschonen en hun neusjes en mondjes te reinigen.  Zij zijn dus voortdurend in contact met nasale afscheiding, speeksel, urine en ontlasting van baby's.
De buitenschoolse opvoedsters staan op hun beurt het hele jaar door in contact met verschillende kinderen en ouders, gezien hun werk tijdens het schooljaar in onze gemeentescholen en tijdens de vakantieperiodes, zij draaien mee in de animatieteams van de gemeentelijke buitenschoolse activiteiten of zij worden geconfronteerd met andere doelgroepen met een andere achtergrond.
Deze twee beroepen zullen zowel deze zomer als de rest van het jaar in de frontlinie staan.  Het lijkt mij dat zij kunnen worden beschouwd als eerstelijns- en prioritair personeel binnen de strategie van de contactberoepen.
Kunt u mij vertellen welke initiatieven op het gebied van preventie, afgezien van vaccinatie, u heeft genomen om deze specifieke groepen te steunen?
Ik dank u.
Carinne Lenoir
Antwoord van mevrouw Florence Couldrey, schepen:
Raadslid, uw vraag is belangrijk en ik dank u voor uw interesse voor deze sector.
Net als u zijn mevrouw Willame en ikzelf van mening dat personeel dat in scholen en kinderdagverblijven werkt, bij voorrang moet worden gevaccineerd.
Sinds het begin van de crisis staan zowel de leerkrachten als de kinderverzorgsters in de frontlinie.
Ondanks de verschillende golven, zijn de kinderdagverblijven altijd open gebleven ... Met uitzondering van de sluitingen in verband met coronagevallen.
De overheid beschouwt kinderopvang als een essentiële sector, maar het personeel dat er werkt, wordt niet met voorrang gevaccineerd. Het is echter onmogelijk om de sociale afstand met jonge kinderen te respecteren. Interactie en nabijheid zijn intrinsiek verbonden met het werk van de kinderverzorgers en -verzorgsters.
Wat de kinderopvang betreft, is op mijn initiatief een brief, medeondertekend door verschillende schepenen bevoegd voor kinderopvang, waarin wordt verzocht om toegang tot het vaccin voor de kinderverzorgsters, naar de bevoegde autoriteiten verstuurd.
Tot op heden hebben de geïnterpelleerde ministers nog geen antwoord gegeven.
 
Er worden hygiëne- en preventiemaatregelen toegepast. Ze vragen van de teams elke dag opnieuw een zware investering.
Omdat het niet mogelijk blijkt het personeel bij voorrang te laten vaccineren, heeft het college beslist om actie te ondernemen door het personeel van kinderdagverblijven en scholen chirurgische maskers van het type II met coronaviruswerende eigenschappen aan te bieden. Antigeentests uitgevoerd door de dienst arbeidsgeneeskunde (CESI vzw) worden aangeboden aan het personeel van de kinderdagverblijven. Zelftests worden aangeboden aan het personeel van de scholen "en van de kinderdagverblijven"/of weldra ook beschikbaar gesteld in de kinderdagverblijven.
Antwoord van mevrouw Élise Willame, schepen:
Dank u, mevrouw gemeenteraadslid, voor deze zeer belangrijke vraag.
Ik ben het volledig eens met uw opmerkingen dat leerkrachten en ongetwijfeld nog in hogere mate kleuterleiders en -leidsters en onderwijzers en onderwijzeressen, zelfs met mondmaskers, zelfs als zij een fysieke afstand willen bewaren, niet anders kunnen dan nauw contact met hun leerlingen te hebben, in de eerste plaats omdat de pedagogie van vandaag dynamisch en actief is. De tijd van leerkrachten die ex cathedra lesgeven, is voorbij. Ten tweede, omdat kinderen, vooral de kleintjes, moeten worden verzorgd, in de armen moeten worden gehouden. Hun ontwikkeling hangt ervan af.
En ondanks de wijd open ramen, de nauwgezette desinfectie van de lokalen, het voortdurend wassen van de handen, zijn er nog steeds leerkrachten en teams van kinderverzorgers en -verzorgsters die dit virus oplopen.
Het leek duidelijk dat met de aanzienlijke toename van de verspreiding van het virus, de versterking van de opsporingsprotocollen in schoolgemeenschappen om de ontwikkeling van de nieuwe stam in onze streken in te dammen, leerkrachten en verzorgsters een cruciale rol zouden gaan spelen.
In het licht van al deze vaststellingen hebben wij, samen met een aantal van mijn collega's-schepenen van Onderwijs, een brief gericht aan minister Désir met het verzoek om alle schoolpersoneelsleden, indien zij dit wensen, prioritair te laten vaccineren, omdat dit een goede en zinvolle maatregel is.
Tot op heden hebben we helaas nog geen gehoor gekregen.
Desondanks is het college niet stil blijven zitten. Wij hebben vóór de paasvakantie een zelfteststrategie voor het eerstelijnspersoneel in onze scholen ingevoerd en een samenwerking met de arbeidsgeneeskunde opgezet om snelle antigeentests uit te voeren voor het personeel in de kinderdagverblijven (zoals mevrouw Couldrey al zei). Op 2 april heeft het college de aankoop van viruswerende mondmaskers voor dit personeel gevalideerd. Wij hebben ook een strategie goedgekeurd waarbij elk betrokken personeelslid op vrijwillige basis een snelle antigeenzelftest kan uitvoeren.
Het beginsel was dat de zelftests ter beschikking zouden worden gesteld van vrijwillig personeel en dat het tijdstip van de test vrij kon worden gekozen door de betrokkene.
Honderden zakjes met 2 tests (die in de loop van de week moesten worden uitgevoerd) en de gebruiksaanwijzing werden op 19 april via de conciërges bij de directies bezorgd.
Aan de leerkrachten en kinderverzorg(st)ers werd voorgesteld de test thuis af te leggen aan het eind van de eerste werkdag en op donderdag van dezelfde week, en zich te laten begeleiden door een vertrouwenspersoon om het resultaat af te lezen.
Gebleken is dat gemiddeld minder dan de helft van de zelftests door het personeel werd opgehaald, zodat er nog een aantal in de scholen aanwezig zijn, die nog beschikbaar zijn voor het personeel (ongeveer 135 betrokkenen).
Tot op heden zijn er geen positieve testresultaten gemeld.