Mijnheer de voorzitter,
Mijnheer de burgemeester,
Dames en heren schepenen,
Geachte collega's,
Op zondag 3 oktober heeft Bernard Clerfayt, Brussels minister van Plaatselijke Besturen, een akkoord aangekondigd over de salarisherziening voor het gemeente- en OCMW-personeel. De medewerkers van de 19 Brusselse gemeenten en van de OCMW's zullen hun loon nog voor het einde van dit jaar zien stijgen, en dit tot in 2024. De lonen van de Brusselse gemeentepersoneelsleden zullen dus dichter aansluiten bij die van hun collega's in de andere twee gewesten.
Het Brussels Gewest legt 22,5 miljoen euro op tafel in 2021, 11,3 miljoen extra in 2022, 11,2 miljoen extra in 2023 en nog 11,3 miljoen extra in 2024 om het statuut van het gemeentepersoneel te verbeteren. Voor deze maatregel wordt in totaal 56,3 miljoen euro uitgetrokken.
Die bedragen zullen worden gebruikt om de salarissen van het personeel te verhogen, de pensioenen te ondersteunen en de maaltijdcheques te financieren.
De gemeenten zullen ook bijdragen aan de opwaardering van het statuut van hun ambtenaren. Gemiddeld - de situatie verschilt immers per gemeente - zal 75% van de inspanningen worden gedragen door het Gewest en 25% door de gemeenten.
Deze opwaardering van alle lokale overheidsdiensten lijkt mij meer dan gerechtvaardigd. Sommigen hebben hier al meer dan 15 jaar op gewacht. Deze diensten hebben tijdens de crisis immers hun nut bewezen door dicht bij de burgers lokale diensten aan te bieden.
Ik heb wel een aantal vragen voor u.
-
Werd het college geraadpleegd in het kader van deze salarisherziening? Zo ja, wat was zijn standpunt? Zo nee, wat is het standpunt van het college over dit voorstel?
-
Wat zal de budgettaire weerslag van deze hervorming zijn voor de gemeentefinanciën en de financiën van de OCMW's?
-
Waar bevond de gemeente zich ten opzichte van de andere gemeenten op het gebied van de bezoldiging van het personeel vóór deze hervorming? Had de gemeente reeds inspanningen gedaan om de salariskloof tussen de twee andere gewesten en de Brusselse ambtenaren te overbruggen?
Ik dank u voor uw antwoorden.
Matthieu Pillois
Gemeenteraadslid
Antwoord van de heer Didier Gosuin, burgemeester:
Geachte mevrouw,
Geachte heren raadsleden,
Zoals u terecht opmerkt, zullen de werknemers van het gemeentebestuur en die van het OCMW hun salaris nog dit jaar zien stijgen, en dit tot 2024, als gevolg van een gewestelijke beslissing. De lonen van de Brusselse gemeentepersoneelsleden zullen dus dichter aansluiten bij die van hun collega's in de andere twee gewesten.
Het bereikte akkoord is het resultaat van werkzaamheden die de gemeenten en het Gewest enkele maanden geleden hebben opgestart. In mijn hoedanigheid van voorzitter van de Conferentie van burgemeesters heb ik voorgesteld werkgroepen op te richten om te werken aan een oplossing die aanvaardbaar is voor het Gewest en de gemeenten. Wij hebben aldus een definitief akkoord kunnen bereiken dat voor de werknemers en voor bepaalde gemeenten, waaronder Oudergem, een duidelijke verbetering van de situatie mogelijk heeft gemaakt ten opzichte van het oorspronkelijke gewestelijke voorstel.
De gemeente Oudergem zal de inhoud van het protocol van akkoord 2021/1, ondertekend in het kader van het Comité C van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, volledig toepassen. Het tijdschema voor de uitvoering van de maatregelen zal strikt in acht worden genomen.
De overeenkomst is gestructureerd rond drie aspecten:
1) Verhoging van de barema's met 2-6%, afhankelijk van het niveau en de rang van het personeelslid.
De barema's van de ambtenaren van niveau E en D worden met terugwerkende kracht tot 1 januari 2021 geherwaardeerd.
De barema's van de ambtenaren van niveau C zullen worden geherwaardeerd op 1 januari 2022.
De barema's van de ambtenaren van niveau B en A zullen worden geherwaardeerd op 1 juli 2023.
2) De verlenging van de baremaschalen.
De baremaschalen zijn momenteel afgetopt op 27 jaar anciënniteit voor niveau E tot en met B en op 23 jaar voor niveau A. Dit betekent dat personeelsleden die 27 of 23 jaar anciënniteit hebben bereikt, niet meer in aanmerking komen voor enige verhoging, afgezien van indexeringen. Hun salaris is gemaximeerd. Dit is in strijd met de verlenging van de loopbanen en de verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd.
De schalen van 27 jaar worden verlengd tot 31 jaar en de schalen van 23 jaar tot 27 jaar met 2 extra verhogingen.
Deze maatregel zal van toepassing zijn met ingang van 1 juli 2023 voor de eerste verhoging en met ingang van 1 januari 2025 voor de tweede verhoging.
3) Tweede pensioenpijler.
Het doel is de gemeenten aan te moedigen een pensioenregeling voor de tweede pijler in te voeren, d.w.z. de toekenning van een aanvullend pensioen aan contractuele personeelsleden om het verschil met het pensioen van de statutaire personeelsleden te compenseren.
4) Maaltijdcheques.
Het doel is de gemeenten aan te moedigen een regeling voor de toekenning van maaltijdcheques in te voeren of de waarde van de bestaande maaltijdcheques te verhogen.
Wat de bezoldiging van het personeel betreft, zijn de loonschalen sensu stricto identiek voor de 19 Brusselse gemeenten. Het gaat om een gewestelijke verplichting.
Wat betreft de datums van de toepassing van de nieuwe financiële bepalingen of de toekenning van extralegale voordelen aan het personeel (maaltijdcheques, hospitalisatieverzekering, pensioen van de tweede pijler, ...) heeft Oudergem echter steeds een voorsprong gehad op de andere gemeenten. Bijvoorbeeld:
-
Het nieuwe sociaal charter (versnelling van de loopbanen) werd in Oudergem toegepast op 1 januari 2018 in plaats van op 30 juni 2020 zoals in de andere gemeenten.
-
Toekenning van een eenmalige bonus van € 500 bruto aan het gemeentepersoneel voor het jaar 2020.
-
Hospitalisatieverzekering volledig ten laste genomen door de gemeente voor 100% voor het personeel in de basisformule en voor 40% voor het gezin en het gepensioneerde personeel. De andere gemeenten passen geen dergelijke interventietarieven toe.
-
Taalvergoedingen die worden toegekend op basis van door talenscholen afgegeven kenniscertificaten en niet langer alleen op basis van door Selor afgegeven certificaten.
-
Invoering van een aanvullende pensioenregeling voor contractuele medewerkers (2e pijler) van 3% (wettelijk maximum) vanaf 1 januari 2019 met betaling aan de personeelsleden van een eenmalige inhaalbijdrage van 3% (wettelijk maximum) van de salarissen die voor de periode 2009-2018 zijn ingediend.
-
Betaling van het salaris tegen 100% voor een 4/5-werkrooster voor de medewerkers die een kwalificerende opleiding volgen of die vrijwilligerswerk doen in verenigingen die hulp verlenen aan personen. Uniek systeem in België!
-
Volledige validering van de geldelijke anciënniteit van als werknemer in de private sector of als zelfstandige verrichte diensten.
-
Toekenning van gratis MIVB-abonnementen en toekenning van een fiets- of voetgangersvergoeding (€ 0,23 per kilometer). Verhoging tot € 0,24 na instemming van het Gewest.
-
Sinds vele jaren toekenning van maaltijdcheques aan het personeel. De nominale waarde van € 6 euro zal worden verhoogd tot € 8, waarbij het persoonlijke aandeel wordt verlaagd van € 2 tot € 1,09 en het werkgeversaandeel wordt verhoogd van € 4 tot € 6,91. Dit zijn de door de RSZ toegestane maximumbedragen voor het werkgeversaandeel en minimumbedragen voor het persoonlijke aandeel.
De kosten van de salarisherziening voor het gemeentepersoneel bedragen € 350.824,57 voor de periode 2021-2024. Wat het OCMW betreft, bedragen de kosten € 129.028,29. Deze bedragen zijn relatief onder controle voor de gemeentefinanciën dankzij de anticipatie van de gemeente op de tweede pijler en onze maaltijdcheques, die al hoger zijn dan in de andere gemeenten. Wij zullen dus interventies van het Gewest ontvangen voor begrotingskosten waarop wij al jaren hebben geanticipeerd.
Voor deze bedragen zal in 2021 een begrotingswijziging worden doorgevoerd en zij zullen worden opgenomen in de begroting voor 2022 en de jaren erna.