Alle news

26/04

Een paar raadgevingen voor een aangename leefomgeving

 

Hoe moet u de beplanting die aan de openbare weg raakt onderhouden?

 

Uw private bomen en beplantingen moeten gesnoeid worden zodat iedere overhangende tak op te openbare weg:

  • zich op minstens 2,5 m boven de begane grond bevindt
  • het uiteinde zich op minstens 50 cm afstand van de berijdbare weg bevindt.

 

Voor meer informatie nodigen we u uit artikels 14 en 49 van het Algemeen Politiereglement betreffende de reinheid en de hygiëne te raadplegen

 

Art. 14. §1.  De doorgangen, trottoirs en bermen van al dan niet bewoonde gebouwen, evenals ge­vels, scheidingsmuurtjes, hekken en bouwelemen­ten die aan de openbare ruimte grenzen, moeten onderhouden en in goede staat gehouden worden. 

Die verplichting berust: 

  • voor bezette woongebouwen: op de eigenaren, huisbewaarders, syndici, verantwoordelijken van raden van beheer, personen die speciaal belast zijn met het dagelijkse onderhoud ervan of deze aangeduid door een huishoudelijk reglement; bij ontstentenis van voornoemde personen zal de verplichting hoofdelijk ten laste vallen van de bezetters; 
  • voor gebouwen zonder woonfunctie: op de conciërges, portiers, bewakers of de personen die belast zijn met het dagelijkse onderhoud van de gebouwen, of, bij gebrek eraan, aan de huurders of bezetters; 
  • voor leegstaande gebouwen of onbebouwde terreinen: op iedere houder van een zakelijk recht op het gebouw of op de huurders of bezetters. 

Deze verplichting omvat onder andere de verwijdering van tags en graffiti, het uittrekken van onkruid en wilde begroeiing, alle herstellingen en het schoonmaken van de grondvierkanten aan de voet van de bomen die zich op het trottoir bevinden alsook de grasstrook dat zich op de trottoirs bevindt en het behoud van de goede staat van de trottoirs en de bermen 

§1bis. De zakken met huishoudelijk huisvuil, neergezet op de openbare ruimte, moeten uit voorzorgsmaatregelen, beschermd worden tegen de aanvallen van wilde dieren. 

Daartoe is het, op het gemeentelijk grondgebied van Oudergem, toegelaten harde vaten met een capaciteit van 80 liter, van een verharde rond vat in vaasvorm, met een hoogte van +/- 50cm te gebruiken. Dit vat zal voor de ophaling voorgesteld worden zonder deksel. 

In het geval van appartementgebouwen, mogen de zakken voorgesteld worden, voor de ophaling, in vaten met een capaciteit van 1.100 liter, erkend door de ophalers. 

Zal gestraft worden met een administratieve boete van maximum 350 €, ieder die de bepalingen van het huidig reglement overtreedt. 

De administratieve boete mag echter nooit hoger zijn dan 175 euro indien de feiten werden gepleegd door minderjarigen die op het ogenblik van de fei­ten de volle leeftijd van 16 jaar bereikt hebben. 

§2. Dezelfde personen moeten de niet betegelde gedeelten van de voetpaden in een perfecte staat van nivellering en netheid behouden door over te gaan tot de noodzakelijke aanlegwerken en door de verwijdering van de plantengroei en de vuilnis. 

Voetpaden en bermen mogen enkel schoongemaakt worden op de meest aangewezen tijdstippen om de veilige en gemakkelijke doorgang en de openbare rust  niet in het gedrang te brengen. 

Onder voetpad verstaat men de doorgaans ten opzichte van de rijweg verhoogde berm die langs de rooilijn gelegen is en voor voetgangers is be­stemd. De berm is de ruimte of het gedeelte van de weg dat niet in de rijweg is begrepen. 

§3. Het is verboden voor aannemers van bouwwerken en vervoerders de openbare weg in de omgeving van hun werven of hun laad- en losplaatsen met voorwerpen of vuil te belemmeren. 

Dit verbod is ook van toepassing op de opdrachtgevers van deze aannemers. 

Onverminderd de toepassing van een administratieve boete van maximum 350 euros moet diegene die deze bepaling overtreedt, de zaken onmiddellijk in orde te brengen, zoniet houdt de gemeente zich het recht voor het te doen op kosten en op risico van de overtreder.

Art. 49. Bomen en beplantingen in private eigendommen moeten zodanig gesnoeid worden dat iedere tak die over de openbare weg hangt, zich op minstens 2,50 m. boven de bodem bevindt en dat het uiteinde ervan zich op minstens 0,50 m. afstand van de rijweg bevindt. 

Indien bijzondere veiligheidsredenen dat vereisen, kan de politie andere maatregelen opleggen en de voorgeschreven werken dienen ten laatste acht dagen na de desbetreffende betekening verricht te worden. Indien er aan onderhavige bepaling geen gevolg wordt gegeven, zullen de werken door het bestuur verricht worden op kosten en risico van de in gebreke blijvende partij.